Religie en wetenschap. Komt het nog ooit goed?

Religie en wetenschap. Recept voor een ramp?

(Foto: House of Wisdom, via symmetal.com)

Is het mogelijk om religieus èn wetenschappelijk bezig te zijn? Godsdienstssocioloog Ömer Gürlesin legt ons de verschillende wijzen van contact tussen de velden van religie en wetenschap uit. 

De verschillende soorten interactie tussen wetenschap en religie kunnen, in het kort, als volgt worden gecategoriseerd: (1) onverenigbaarheid, (2) conflict (3) onafhankelijkheid van disciplines, (4) dialoog en integratie tussen disciplines. Maar wat houden deze categorieën in?

Onverenigbaarheid

Volgens de wetenschappers die we in deze groep kunnen opnemen is het historische conflict tussen evolutie en religie de kern van de mismatch tussen wetenschappelijk rationalisme/ scepticisme en geloof in bovennatuurlijke krachten. De evolutionistische bioloog Myers is van mening dat alle wetenschappers atheïst moeten zijn en dat de wetenschap nooit religieuze overtuigingen mag bevatten. Volgens Dawkins vernietigt religie “de wetenschap en verbruikt het de rede”.

Uit dezelfde academische cirkels is er kritiek geleverd vanuit verschillende punten aan de wetenschappers die pleiten voor de “onverenigbaarheid” -these. Deze critici betogen dat wetenschap veel kansen biedt om God in de natuur te zoeken, te vinden en overtuigingen te ontwikkelen. Zij herinneren andere wetenschappers eraan dat de wetenschappelijke wereld grotendeels bestaat uit gelovige onderzoekers. Miller beweerde dat toen wetenschappers beweringen deden over theïsme of atheïsme, ze niet wetenschappelijk argumenteerden en stapten in het betogen van betekenis en doel buiten het bereik van de wetenschap. De vragen van betekenis en doel zijn echter het onderwerp van de metafysica en daarom van religie. Volgens hem kan de wetenschap deze kwesties niet beoordelen omdat de tools en methodologie die hij gebruikt dit niet toestaan.

Conflict

De conflictthese, die laat zien dat religie en wetenschap in de loop van de geschiedenis constant in conflict zijn geweest, werd populair in de 19e eeuw. Laten we een paar historische gebeurtenissen herhalen om de achtergrond van dit conflict aan te geven. In 1616 ging Galileo naar Rome om de katholieke kerkambtenaren ervan te overtuigen de ideeën van Copernicus niet te verbieden. Ten slotte meldde de kerk dat de ideeën van een stilstaande zon en een bewegende aarde “fout” en “in tegenstelling tot de Bijbel” waren waarbij Galileo werd beschuldigd van ketterij. Overigens accepteerde de katholieke kerk in de 19e eeuw het idee van een bewegende aarde, gebaseerd op de ideeën van Copernicus.

In de 11e eeuw was de islamitische gemeenschap tot een consensus gekomen dat de aarde stilstond en dat haar beweging alleen werd veroorzaakt door aardbevingen en soortgelijke gebeurtenissen. Eeuwenlang hebben korencommentatoren in islamitische traditie, gebaseerd op de kosmogonie van Ptolemaeus, beweert dat relevante verzen aangeven dat de wereld niet draait waarover wetenschappelijke kringen overeenstemming hebben bereikt.

Dit is echter geen uitdrukking van een persoonlijke mening; Want bijna alle werken die in de islamitische wereld zijn geschreven, werden in zowel die eeuw als de erop volgende eeuwen bepleit. De overgrote meerderheid van denkers die bekendheid verwierven op verschillende gebieden, van theologen tot filosofen, van rechtsgeleerden tot soefi’s, baseerden religieuze ideeën religieuze met een dergelijke wetenschappelijke basis.

Wetenschapshistoricus Gary Ferngren zegt over het debat in het christendom: “Hoewel de populaire beelden van het debat de vijandigheid van het christendom tegenover nieuwe wetenschappelijke theorieën blijven illustreren, suggereren studies vaak dat het christendom wetenschappelijke inspanningen bevorderde en aanmoedigde. De voorbeelden van conflict in het geval Galileo die bij iedereen bekend waren, waren uitzonderingen in plaats van de regel.” Zoals in de islamitische wereld, nam de katholieke kerk alleen de kant van de geaccepteerde wetenschappelijke ontwikkelingen van die periode. Dus het zou niet verenigbaar zijn met onze historische kennis om enkele uitzonderlijke voorbeelden van conflicten te tonen als bewijs van een absoluut conflict tussen religie en wetenschap.

Onafhankelijkheid

Een moderne visie, beschreven door Stephen Jay Gould, is dat wetenschap en religie omgaan met fundamenteel gescheiden aspecten van de menselijke ervaring en dus vreedzaam naast elkaar bestaan ​​wanneer elk op zijn gebied blijft. De Amerikaanse National Academy of Sciences ondersteunt de opvatting dat wetenschap en religie onafhankelijk zijn met deze woorden;

“Wetenschap en religie zijn gebaseerd op verschillende aspecten van de menselijke ervaring. Verklaringen in de wetenschap moeten gebaseerd zijn op bewijs uit de natuurstudie. Wetenschappelijk onderbouwde waarnemingen of experimenten die een verklaring tegenspreken moeten uiteindelijk leiden tot aanpassing of zelfs afschaffing van deze verklaring. Religieus geloof daarentegen is niet afhankelijk van empirisch bewijsmateriaal, wordt niet noodzakelijkerwijs gewijzigd door tegenstrijdig bewijsmateriaal en omvat typisch bovennatuurlijke krachten of wezens. Bovennatuurlijke wezens kunnen niet worden onderzocht door de wetenschap omdat ze geen deel uitmaken van de natuur. In die zin zijn wetenschap en religie gescheiden en hebben ze betrekking op verschillende aspecten van het menselijk begrip. Pogingen om wetenschap en religie tegenover elkaar te zetten creëert enkel discussie.”

Dialoog en integratie

Voorstanders van deze visie beweren dat wetenschappelijke en theologische perspectieven vaak vreedzaam onder één dak bestaan. Moslims en christenen en andere religies zijn historisch goed geïntegreerd met wetenschappelijke ideeën, zoals in de ontwikkeling van logica en wiskunde onder het hindoeïsme en het boeddhisme, en wetenschappelijke vooruitgang die is geboekt door moslimgeleerden tijdens het Ottomaanse rijk.

Het feit dat moslimfilosofen niet aarzelden lessen van christelijke leraren te volgen in de 11e en 12e eeuw zijn enkel voorbeelden van de christelijke en islamitische dialoog en kunnen worden aangehaald om deze stelling te versterken.

Er blijft dan enkel nog een vraag over. Met welke bovenstaande interactiemethode kunnen kwesties zoals “evolutie versus religie” een mogelijke oplossing vinden?

Het perspectief van islam op wetenschap

Hoe kijkt islam volgens een Soennietische theoloog naar wetenschap en diens ontwikkeling? Huistheoloog van Sophia Academy verklaart door middel van enkele hedendaagse en historische voorbeelden een mogelijke visie.

De laatste tijd is de gedachte dat godsdienst een struikelblok is bij de vooruitgang van de wetenschap, één van de populairste discussies. In de geschiedenis van zowel de Islam als het Christendom, is dit een regelmatig terugkomend gedachte. De bedoeling van deze tekst is niet deze foute gedachte, dat een product is van een oppervlakkig visie, in het lang en breed te bekritiseren, maar het benadrukken het begrijpen van de openbaring van God aan de mensen niet mogelijk is als men het verstand, geweten van de mens gaan negeren. Met een compleet geloof is het mogelijk om de openbaring direct te begrijpen en toe te passen in het dagelijks leven maar het is de bedoeling om dat te lezen, begrijpen, interpreteren en overdragen zodat er een cultuur wordt opgebouwd rond deze openbaring.

Ook de tafsier over de Koran vanuit dit standpunt proberen te begrijpen, zal een correcter beeld geven. Zoals de eerste openbaring van de Koran de mensen aanspoort met “Lees”, is de verwijzing van onze Profeet (vzm) van de mensen naar het ‘Boek van het universum’ ook geen toeval. De Islam hecht dus groot belang aan wetenschap; vertrekkend vanuit het idee dat wetenschap en wijsheid de verloren goederen zijn van de mensen, worden de mensen aangespoord om achter deze verloren goederen te zoeken, te lezen en te begrijpen ongeacht waar dat is of wie dat zegt.

Iedere vorm van kennis is geprezen in de Koran, in vele verzen is er vermeld dat de wetende en onwetenden niet dezelfde zijn, en in verschillende verzen wordt het belang voor kennis benadrukt. Ook in de Hadith worden de reizigers voor de kennis en geleerden meermaals geprezen, de moslims worden ook op deze manier aangespoord om achter kennis, wetenschap aan te lopen.

Maar dit moet zeker vermeld worden, de visie van de Islam op de wetenschap is gebaseerd vanuit de verdienste van het geloof. Kennis is niet alleen bedoeld om het te weten, het moet verzameld worden rond een verheven doel. M.a.w. het belangrijkste doel van kennis is om nog vindingrijker te zijn en naar kennis over Allah te bereiken. Kennis moet een gewoonte wat men achtervolgd worden om de gedachte van monotheïsme in het innerlijke vanzelfsprekend te maken. Want de mens kan de echte kennis opdoen door het universum te lezen en met deze kennis leert het zichzelf beter kennen.

Volgens de Islam convergeert het universum, wetenschappen en de Koran, zoals de 2 ogen van mensen, samen op 1 bepaald punt. Zoals de 2 ogen van de mensen geen verschillende visie hebben, zo verschillen wetenschappen en de Koran niet van elkaar.

Anderzijds kunnen we de verlangens naar kennis van moslimgeleerden verklaren met “In de schepping van de hemelen en de aarde zijn tekenen voor mensen die verstandig zijn” en andere vergelijkbare verzen. Door deze en gelijkaardige verzen zijn moslimgeleerden de orde in de hemel en op de aarde beginnen onderzoeken, en is de link tussen de hemel en aarde niet onopgemerkt gebleven; de relatie van een bloem met de zon en zonlicht, de relatie tussen de zwakkeren op de aarde, … en nog andere onderwerpen waarbij geconcludeerd wordt dat zulke mensen die het boek van de universum en de Koran nauw relateren, nog dichter bij God komen te staan.

Als wij de Islamitische traditie bekijken, i.p.v. zich te distantiëren van kennis en wetenschap, is dit de basis van deze traditie. Daardoor hebben vele geleerden zich steeds verdiept in hun kennis en hebben een belangrijke meerwaarde gehad voor de wetenschappen. Jabir, Alhazen, Al-Chwarizmi, Al-Zahravi, Avicenna, … en andere grote geleerden zijn een mooi voorbeeld van de visie van de Islamitische traditie voor de wetenschappen. Bij wijze van spreken, hoewel Griekse geleerden een eerste keer over een ‘atoom’ spreken, heeft de moslimgeleerde Al-Nazzam geconstateerd dat een materie oneindig keren kan opgesplitst worden. Weer in de Islamitische wereld, ook als het gaat over tafsier en Hadith, hebben we Fakhr al-Dīn al-Rāzī, naast zijn theologische kennis is hij, volgens meerdere bronnen, ook een goede dokter.

Een belangrijk persoon in de Islamitische denkwereld is Ibn Rushd (Averroes), hij werd ook door Westerse denkers geciteerd. Ibn Rushd had belangrijke bijdragen over het bestaan, dit is ook een opmerkelijk voorbeeld hoe een moslim op dat gebied een meerwaarde kan betekenen. Vooral zijn uitspraken en logica over het oorzakelijk verband heeft hij vele, waaronder ook Westerse, denkers heeft beïnvloed. Volgens Ibn Rushd is aanwezigheid een eerste waarheid, waarheid is de bron van alles en wordt vergeleken als een erts; de aanwezigheid dat een waarheid is, is de erts en het is de oorsprong van al de rest. Conclusie is dat de waarheid de onafhankelijke aanwezigheid is. Dus aanwezigheid en waarheid is hetzelfde, en hoe aanwezig iets is, zo waar is het dan ook.

Daarnaast probeerde Ibn Rushd ook de filosofie van Aristoteles en Plato (427-347) te verzoenen en beweerde hij dat godsdienst en filosofie twee verschillende gebieden zijn die vanuit dezelfde bron gevoed worden, godsdienst is het product van openbaringen en filosofie is het product van het verstand. Maar beide bronnen zijn hetzelfde. Ibn Rushd is de bekendste moslimgeleerde in het Westen, hoewel hij meer bekendstaat als arts, is hij populairder als ‘tolk van Aristoteles’. Als geneeskundige heeft hij zich verdiept in de anatomie, hierbij ziet hij de mens als het bewijs en middel tot het bestaan van Allah, dat hij dat op verschillende manieren heeft bewezen en dat bij ieder gelegenheid vermeld, is een bewijs hoe zeer hij bezig is met deze wetenschap. Over geneeskunde heeft Ibn Rushd 16 boeken geschreven, zijn boeken zijn honderden jaren in Europa gelezen, vooral zijn boek “El Külliyat Fi’t Tıbb” is in het Latijn vertaald en werd gebruikt in de Europese universiteiten als cursus.

In de Islamitische denkwereld zijn zulke voorbeelden die theologie en wetenschappen combineren, meermaals terug te vinden. Dit allemaal wijst erop dat in de laatste eeuwen de achterstand van de Islamitische wereld in de wetenschappen, de oorzaak niet de Islam is, maar de visie dat meer belang hecht aan het uiterlijke en de Islam beperkt tot de moskeeën. Het is niet nodig om bij deze visie een naam op te plakken.

Als we de geschiedenis bekijken, kunnen we naast de bovenvermelde geleerden, nog meer geleerden opsommen die Islamitische wetenschappen niet scheiden van de algemene wetenschappen. Daardoor is het niet mogelijk om de visie van de Islam te beperken tot de laatste periode en vanuit deze periode conclusies te trekken. In de plaats daarvan moet men vanaf de eerste dag van de Islam, alle periodes één voor één bekijken en onderzoeken, daar kan men nog meer wetenschappelijke onderzoeken, geschriften terugvinden die een belangrijke meerwaarde bieden aan de wetenschappen. Volgens een belangrijk geleerde uit de laatste eeuw, Said Nursi, moet men naast het bestuderen van theologie, men de moderne wetenschappen zeker niet mogen verwaarlozen.

Als één van deze verwaarloosd wordt dan is de andere zonder arm of vleugel en dat zal ervoor zorgen dat het doel van kennis en wetenschap niet bereikt zal worden. M.a.w. noch theologie dat het licht van het hart is, mag opgeofferd worden; noch wetenschappen dat het licht is van het verstand, logica en redenering mag opgeofferd worden.

De namen van Allah die de waarheid van de goederen zijn, zijn vast, goederen zijn niet vast. Het is het licht en het besef van het geloof dat de mens en het leven een betekenis en waarde geeft en de wetenschap voorziet van een menselijk en waardevol ontwikkeling.

Dit mag ook niet uit het oog verloren worden over de visie van de Islam op de wetenschap. De huidige wetenschap bekijkt de wezens met de letterlijke betekenis en is structuur gericht, omdat het niet bekijkt als het kunstwerk van God, is het ook gedistantieerd van de vindingrijkheid, het licht, de productiviteit en de betekenis daarvan, en wordt het geheel van de regels en gemeenschappelijke menselijke waarden en normen verwaarloosd. Terwijl als men alles in het universum bekijkt als een kunstwerk van Allah, is het onvermijdelijk om de weg naar Allah te vinden via de wetenschap. Want de mens is geschapen om met zijn kennis en gebeden volmaakt te worden. Qua aard en capaciteit is alles afhankelijk van kennis.

De basis, licht en geest van echte wetenschap is Allah leren kennen zoals het is en de echte basis hiervan is het geloof in Allah. Als het leren kennen van Allah het belangrijkste basisdoel is, dan is kennis de weg om dat te kunnen bereiken. Dan is het belangrijk om dat nogmaals te benadrukken dat in de Islam de nadruk op kennis en wetenschappelijke werken, het een belangrijk rol speelt naar de gedachte van éénheid van Allah te streven. De namen van Allah die de waarheid van de goederen zijn, zijn vast, goederen zijn niet vast. Het is het licht en het besef van het geloof dat de mens en het leven een betekenis en waarde geeft en de wetenschap voorziet van een menselijk en waardevol ontwikkeling.

Met name 1) De Islam heeft universele eigenschappen en bevat nuttige boodschappen voor de mensheid zoals de andere godsdiensten. 2) De Islam schakelt het verstand niet uit, in vele Koranverzen en Hadith ligt de nadruk op denken en redeneren. Deze verwijzingen zijn natuurlijk een bewijs dat de Islam belang hecht aan kennis en wetenschappelijke werken. 3) De Islam is er voor het geluk op de wereld en het hiernamaals, het is dan niet te denken dat het tegen kennis en wetenschappelijke werken is. 4) Het Islamitisch denksysteem kijkt eerst of het nuttig is voor de gemeenschap en universele waarden, vooraleer het iets goed- of afkeurt. 5) Als een idee van de wetenschap tegenstrijdig zou zijn met de waarden van de moslimgemeenschap, dan wordt de voorziening bekend gemaakt die bindend is enkel voor de volgelingen. 6) De waarde dat de Islam aan wetenschap geeft, krijgt meer betekenis wanneer deze wetenschap de mens naar Allah leidt.

Monotheïsme (tawheed) in de islam

(Foto: Omair Haq, via flickr.com)

(Foto: Omair Haq, via flickr.com)

Wat houdt monotheïsme in islamitische context in? Wat zijn argumenten die worden gebruikt voor het monotheïsme? Huistheoloog Emrullah Erdem licht toe.

De islam is eenduidig monotheïstisch omdat de theologie ervan begint en eindigt met de uniciteit en de eenheid van Allah (tawheed). Daardoor wordt het heelal gezien als een integraal geheel van met elkaar samenhangende en samenwerkende delen, waarmee een prachtige coördinatie, harmonie en orde zichtbaar is in het gehele universum en in ieder levend organisme. Deze harmonie en orde komen voort uit de eenheid van de Ene, die het heelal geschapen heeft en die absoluut is, zonder partner of gelijke. Het is Allah die het heelal geschapen heeft, met al wat zich erin bevindt, en het is Allah die het bestuurt. De regels die we afleiden uit het functioneren van het heelal – en uit wat we natuurwetten noemen – zijn in feite de vaste manieren van Allah om dingen en gebeurtenissen te scheppen en om het heelal te besturen. Vanuit dit perspectief gezien is het heelal, dat door Allah beheerst wordt en Hem gehoorzaamt, letterlijk moslim – onderworpen aan Allah. Daardoor is alles wat er in plaats vindt, ordelijk en harmonieus.

 

Het geloof in de eenheid van Allah, de Verhevene als de enige God van alle schepselen houdt het volgende in.

  1. “Zeg: “Hij is Allah, de Enige Absolute Eenheid.”
  2. “Allah, Die eeuwig onafhankelijk is van alles (Die nergens behoefte aan heeft/toe voelt).”
  3. “Hij verwekt (baart) niet, noch is Hij verwekt (gebaard).”
  4. “En niets is in enig opzicht gelijk aan Hem.” (112: 1-4).

Allah” is de essentiële, persoonlijke naam van God en omvat al Zijn Mooie Namen (Al-Asma al-Hoesna), de attributen, de eigenschappen van Hem. Wanneer “Allah” wordt gezegd: de Ene, het Opperwezen, de Schepper, de Eigenaar, de Ondersteuner, de Almachtige, de Alwetende, de Alomvattende, wiens Namen en Kenmerken (sommige bekend, andere niet) in de hele schepping worden getoond; dit komt dan ter sprake. Het woord verwijst eveneens naar Zijn absolute Eenheid, vrij van alle gebreken en ’toegevoegde partners’. Als echter ‘God’ wordt gezegd, dan kunnen vooral niet-moslims zich voorstellingen maken, die niet aanvaardbaar zijn in de islam.

 

Omdat Allah een eigennaam is van het Opperwezen, zeggen de moslims: “la ilaha ill’ Allah” = er is geen God behalve Allah. Moslims zeggen niet: “la Allah ill-Allah”. Door de eerste uitdrukking te gebruiken, worden alle niet-goden verworpen en wordt dan bevestigd” dat de Ene bekend is als Allah. En we stellen daarbij dat alleen Allah, Allah is. Dat absoluut niets anders kan worden aanbeden..

 

Het is zeer gemakkelijk om het bestaan uit te leggen wanneer men het toeschrijft aan Eén Goddelijk Wezen. Als je het probeert te verklaren door het toe te schrijven aan verschillende oorzaken, komen we onoverkomelijke barrières tegen. Als je het bestaan toeschrijft aan Eén Goddelijk Wezen, pas dan kun je zien dat het gehele universum net zo gemakkelijk te scheppen is als een honingbij en dat een honingbij net zo gemakkelijk te scheppen is als een fruit. Als men het daarentegen toeschrijft aan meerdere oorzaken, dan wordt het scheppen van een honingbij net zo moeilijk als het scheppen van het heelal en het scheppen van een fruit zal net zo moeilijk zijn als de schepping van alle bomen in het heelal.

Dit is omdat één enkel wezen met één enkele beweging, een effect kan produceren die met het geheel te maken heeft. Als dat effect of beweging van meerdere wezens wordt verwacht, zal het alleen maar waargemaakt kunnen worden, als dat al mogelijk is, met extreem veel moeite en na veel controverse. Wat is makkelijker of moeilijker: het besturen van een leger onder één enkele commandant of de soldaten hun eigen beslissingen laten nemen, een bouwvakker een gebouw laten bouwen of het gebouw zijn eigen stenen laten rangschikken, het draaien van meerdere planeten rondom een enkele zon of andersom?

 

Wanneer alle dingen toegeschreven worden aan Eén Goddelijk Wezen, hoeven ze niet vanuit het absolute niets te worden geschapen, omdat schepping het geven van een extern, materieel bestaan aan dingen betekent, die al in de Goddelijke kennis bestaat. Het is als het in woorden zetten van de zinnen die al in iemands hoofd zitten of het gebruiken van een substantie om de letters die met een onzichtbare inkt zijn geschreven, zichtbaar te maken. Echter, als het ontstaan van dingen die in het heelal bestaan, waarvan de meesten levenloos, onwetend en onbewust zijn of als ze levend zijn, machteloos zijn en onvoldoende kennis hebben, een voor een aan zichzelf of aan de natuur worden toegeschreven of aan hun oorzaken, die zelf levenloos, onwetend en onbewust zijn, dan zouden die dingen geschapen moeten zijn uit het absolute niet-bestaan. Dit is onmogelijk.

 

Het gemak waarmee Eén Goddelijk Wezen dit doet, maakt het bestaan van dingen net zo makkelijk als noodzakelijk; het ingewikkelde bij de laatstgenoemde is voorbij de maat. Het bestaan van een levend wezen vereist dat de atomen die dat wezen vormen, die verspreid zijn over de aarde, water en lucht, bijeenkomen. Daarvoor zou ieder atoom universele kennis moeten hebben en een absolute wil. Iets of iemand met een dergelijke kennis en wil zou onafhankelijk zijn van een partner en zou geen behoefte hebben om een dergelijke partner te hebben en te moeten erkennen.

Nergens in het heelal is er een teken van dergelijke dingen of partners die gevonden kan worden. Het scheppen van de hemelen en de aarde vereist een perfecte, oneindige macht die geen partner heeft. Anders zou deze macht beperkt worden door een eindige macht, wat onmogelijk of ondenkbaar is. Een oneindige macht heeft geen medestanders nodig en is niet verplicht om zoiets toe te laten, zelfs als ze zouden bestaan (wat niet het geval is).

 

Tawheed is de hoogste conceptie van goddelijkheid, de kennis die God door de eeuwen heen naar de mensheid door middel van Zijn profeten heeft gezonden. Het was deze zelfde kennis die alle profeten, met inbegrip van Mozes, Jezus en de profeet Mohammed – moge Gods zegeningen en vrede met hun allen zijn – naar de mensheid brachten. De mensen hadden zich, na het overlijden van hun profeten, schuldig gemaakt aan polytheïsme of afgodendienst, hun godsdienst verkeerd geïnterpreteerd en met bijgeloof vermengd. Zij lieten het ontaarden in magische praktijken en betekenisloze rituelen. Het concept van God, de kern van de godsdienst, ontaardde in antropomorfisme, de vergoddelijking van de engelen, het toekennen van partners aan God, de poging om profeten of godvruchtige mensen te verheffen tot “incarnaties” van God en het personifiëren van Zijn attributen door middel van afzonderlijke goden.

 

Tawheed inspireert moed, daar het de twee factoren die mensen angstig maken verslaat: angst voor de dood en liefde voor veiligheid, samen met de overtuiging dat iemand anders dan God door omkoperij iemands dood kan uitstellen. Het geloof in de islamitische geloofsbelijdenis dat “er geen andere godheid is dan Allah” zuivert de geest van deze gedachten. De eerste gedachte verliest zijn invloed wanneer mensen zich realiseren dat hun levens, bezittingen en al het andere werkelijk aan God toebehoren, want dat maakt hen bereidt om alles wat ze bezitten op te offeren voor Gods goedkeuring. De tweede gedachte wordt verslagen wanneer mensen zich realiseren dat geen wapen, persoon of macht hen kan doden, omdat alleen God deze macht heeft. Niemand kan vóór zijn bestemde tijd sterven, zelfs als alle machten in de wereld bijeen zouden komen om dat te doen. Niemand kan de dood vooruitschuiven of uitstellen, zelfs niet voor een ogenblik. Dit sterke geloof in Eén God en afhankelijkheid van Hem maken volgelingen van de Tawheed de moedigste van alle mensen.

 

Tawheed zorgt voor een houding van rust en tevredenheid, zuivert de geest van subtiele verlangens en jaloezie, afgunst en hebzucht en voorkomt dat iemand zijn toevlucht zoekt tot lage en oneerlijke middelen om succes te boeken.

Het perspectief van islam op het milieu

Deze maand hebben we in plaats van een religiewetenschappelijke blog en een normatieve blog één normatief achtergrondartikel. Met dank aan onze huistheoloog. Verder is het ook mogelijk om de presentatie omtrent het onderwerp van deze maand te bekijken via deze link. Deze presentatie is gehouden als introductie voor het plenaire gesprek tijdens de Thee-Ma Avond van 25 november 2019.

1. Introductie

De mens is als structuur een heel complex wezen; dat uitzonderlijke wezen bestaat uit de geest, het lichaam en de hersenen. De hele kosmos werkt hand in hand om het voor deze uitzonderlijke wezen leefbaar te maken. Maar wanneer de mens deze verborgen waarde ontdekt en verstaat, zal het voor hem en zijn omgeving een meerwaarde betekenen. Eigenlijk is de mens zoals een pit dat een boom daarin verborgen houdt. Hoe sommige schoonheden tevoorschijn komen door het bloeien van de pit, op dezelfde manier zal het goede in de karakters van de mensen rust en geluk brengen voor hun eigen en hun omgeving. De mens is in staat om de wereld te wederopbouwen en tegelijkertijd te vernietigen. Vanuit deze standpunt moet de mens deze gift van Allah zien als een zegen en er begrip voor tonen, de verantwoordelijkheid tegenover het milieu niet verwaarlozen, het naar het milieu kunnen kijken met liefde, hangt af of de schoonheid daarin gezien kan worden. Bovendien mag de mens dit ook niet vergeten wanneer het naar het milieu kijkt: het milieu of nog algemener de kosmos, is een kunstwerk van een Goddelijke kracht dat alles uit het niets heeft geschapen. Daardoor is het niet aanvaardbaar dat de mens het milieu, dat geschapen is door God, onverantwoord mag vernielen en het als een recht mag zien dat hij daarmee alles mag doen. Want het milieu is door Allah toevertrouwd aan de mensen. Om het op een ander manier uit te drukken, de liefde en het respect van de mens voor het milieu, is niet direct het effect van het milieu zelf, maar omdat het een kunstwerk is van Allah. Een duidelijke uitdrukking hierover is dat van Yunus Emre “We hebben de geschapenen lief, omwille van de Schepper”. Het woord geschapenen in deze uitdrukking is heel algemeen, hier wordt alles omschreven waar de mens in contact mee komt, de andere mensen dus ook.

 

In het Islamitisch gedachten geschiedenis is het begrip milieu heel relationeel met het begrip goede zeden of moraliteit. Wanneer wij de Koran bekijken, zien we dat moraal een persoonlijke en maatschappelijke zijde heeft. Familiaal moraal, sociaal moraal, staatsmoraal, godsdienstelijk moraal, al deze begrippen worden via verzen als regels doorgegeven aan de mensen. Deze indeling zorgt er ook voor dat de mens deze niet vereenvoudigt tot godsdienstelijk moraal. De verwachting van de mens is dat hij al deze soorten moraal respecteert en daarnaartoe streeft. In deze context is het moraal over de milieu enorm belangrijk.

2. De waarde van het milieu volgens de Islam en de verantwoordelijkheden van de mens

Na deze algemene introductie, kunnen de visie van de Islam op het milieu met deze titels onderzoeken.

 

* Het milieu is een zegen van Allah aan de mensen. Bij deze vers wordt er zo vermeld: “Zien jullie niet dat Allah alles wat in de hemelen en alles wat op aarde is aan jullie heeft onderworpen? En Hij heeft Zijn gunsten voor jullie voltooid, zichtbaar en onzichtbaar.” (Soera Luqman vers 20)

In een ander vers: “En Hij heeft door Zijn gebod de nacht en de dag, de zon en de maan en de sterren voor jullie in dienst gesteld. Zeker, hierin zijn Bewijzen voor een volk dat begrijpt. En in de dingen die Hij in verschillende kleuren voor jullie geschapen heeft op deze aarde. Waarlijk! Hierin is een teken voor een volk dat zich laat vermanen.” (Soera An-Nahl vers 12-13)

Volgens deze verzen is het milieu voor de mens op werelds, biologisch, fysisch en andere verschillende vlakken een zegen waarvan het kan profiteren en ervan kan genieten. Het praktische voor een mens voor een zegen is het niet vervuilen van het milieu, proper houden en niet verspillen. Vanuit deze perspectief moet de mens voor het milieu zowel in zijn nabijheid als heel ver, van deze zegen bewust zijn en het respecteren.

 

* Dat het milieu een vers/teken van Allah is: Het milieu is voor de mens zowel een materieel meerwaarde maar ook een spiritueel, theologisch, moraal en voor andere aspecten een les, een wonder en waarschuwing van God voor de mens op vlak van epistemologie, theologie en geestelijke ontwikkeling. Voor een mens die achter vindingrijkheid aan zit, bevat het milieu heel veel bewijzen. Zoals in de vers vermeld: “Waarlijk! In de schepping van de hemelen en de aarde, in de afwisseling van de nacht en de dag, en de schepen die op zee zeilen en die tot nut van de mensheid zijn, en het water dat Allah uit de hemel neer zendt waarmee Hij de” aarde tot leven brengt, na haar dood. En dat Hij daarop allerlei dieren verspreidde, en de besturing van de winden en de wolken die tussen de hemel en de aarde dienstbaar zijn gemaakt, zijn zeker Tekenen voor de mensen met verstand.” (Soera Baqarah vers 164) “En op aarde zijn Tekenen voor de overtuigden. En ook in jullie zelf. Zullen jullie die dan niet zien?” (Soera Adh-Dhariyat vers 20-21)

Volgens de verzen kunnen we dit er uithalen; de mens moet naar zijn omgeving en het heelal kijken om daar lessen uit te nemen. Het heelal dat een wonderlijk kunstwerk is van de goddelijke kracht, is voor de mens zoals een school waar altijd lessen uit geleerd kan worden. In het heilige boek van Allah staat als eerste bevel ‘lees’. Hoewel er nog geen ander vers werd geopenbaard en de Profeet (vzm) op deze manier wordt aangesproken, is een waarschuwing dat het ‘boek’ van het heelal eerst gelezen moet worden. Daarom moeten we naar alles in onze omgeving op deze manier bekijken, begrijpen en alles zien als de zinnen en verzen van het ‘boek’ van het heelal. Hier bovenop zijn er in de Koran ook meerdere verzen waar de mens wordt aangespoord om te bezinnen over het milieu. Theologisch gezien is het milieu een breed veld waar de mens kan denken over zijn bestaan en de nodige antwoorden kan vinden op de metafysische vragen. Als we het zo bekijken, is het milieu een vers op zich. Een bewijs voor het bestaan van Allah. Vervolgens moet de mens ipv het milieu te vernietigen, het zin per zin lezen en proberen te begrijpen. Daarnaast heeft de mens ook een verantwoordelijkheid tegenover het milieu. Islamitische filosofen bespreken dit onder 2 categorieën.

 

* Het milieu is toevertrouwd aan de mensheid: Het door de mens gebruikte omgeving is niet enkel van hem, het is hem toevertrouwd. Daardoor moet een mens tegenover het milieu betrouwbaar zijn, juist gebruiken en alle mogelijke schadelijke acties vermijden. De mens moet het dus goed onderhouden en zelfs nog beter overdragen aan de volgende generaties. Het onverantwoord gebruiken van het milieu, is hetzelfde als het toevertrouwde verraden. In de Koran wordt dit openlijk vermeld: “Geen enkele Profeet mag –onwettig- een deel van de oorlogsbuit nemen en iedereen die zijn metgezellen bedriegt als het over de oorlogsbuit gaat, zal op de Dag der Opstanding datgene wat hij nam, meebrengen. Dan zal iedere ziel vergoed krijgen wat hij verricht heeft en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.” (Soera Ali Imran vers 161) “En sticht geen onheil op aarde, nadat het geordend is!” (Soera Al-A-Raf vers 56)

Vervolgens moet de mens zich bewust zijn dat het milieu toevertrouwd is aan hem. Een mens kan het milieu, dat niet zijn eigendom is, zomaar gebruiken zoals hij het wil. Niets is de volle eigendom van de mens, dit mag nooit uit het geweten verdwijnen.

* De mens is de kalief op aarde: De aarde dient niet enkel de mensen, het dient alle levende wezens. Omdat de eigenschappen verstand en wijsheid zijn toegekend aan de mens, is de mens bekwaam geschapen om kalief te zijn voor de hele kosmos. Omdat de mens het aanspreekpunt is van de goddelijke macht en de verantwoordelijkheid heeft tegenover het milieu, is deze rol van de mens heel belangrijk. Ook in de Koranverzen wordt deze verantwoordelijkheid van de mens voortdurend herinnerd. Volgens sommige Islamitische geleerden is het kalifaat geen missie dat de mens met de geboorte meekrijgt, maar dat het eerder een verschijnsel is dat ontstaat nadat de mens zijn potentieel in de gevoelens ontdekt. Misschien is het hierdoor dat sommige mensen zonder de kalifaat gevoelens leven en daardoor kiezen om de aarde niet op te bouwen maar het te vernielen.

Met andere woorden, dat de mens het milieu als zegen kent, daarin de weg naar God kan vinden, dit beschermt, het verbetert en opkomt tegen de mensen die het vernielen, zal leiden dat het als een goddelijke school wordt gezien en dat ze de beschermers zijn van deze school, zal ervoor zorgen dat ze beseffen dat ze verantwoordelijk zijn voor het milieu.

3. Het belang van de rechtvaardigheid van de mens voor het milieu

Rechtvaardigheid is één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de mens tegenover het milieu. Want rechtvaardigheid is boven verantwoordelijkheid, een moraal houding en gebaar. Het belangrijkste aan de rechtvaardigheid van de mens is dat het barmhartig is tegen het volledige milieu, kosmos en alle levende wezens en genegenheid toont. De gist van de kosmos is genegenheid.

In een hadieth zegt de Profeet (vzm) “Wie een vogel onterecht doodt, zal op de dag van de verrijzenis verhoord worden door Allah” (Müslim, Sayd, 57). De ideale Moslim zal niet onterecht een leven ontnemen, en zal ook iedere vorm van vervolging vermijden. Een stap bovenop is dat een mens de hand reikt aan alle zwakkeren ongeacht zijn godsdienst, taal of ras. Naast deze wezens staan is een vorm van barmhartigheid en liefde voor de omgeving.

Rechtvaardig zijn is de hoogste keuze voor een mens. Een mens op dit niveau zal de kosmos met liefde bekijken en alle levende wezens met barmhartigheid omhelzen. De Profeet (vzm) zegt “Uhud is zo’n berg, wij hebben hem graag en hij heeft ons graag” (Buhari, Cihad 71) – hoewel dit vanuit verschillende standpunten geïnterpreteerd kan worden – geeft dit een tip over hoe onze Profeet (vzm) denkt over alle wezens. Een berg zoals Uhud dat een bestaan maar geen geweten heeft, wordt door de Profeet (vzm) met liefde wordt aangehaald, is geen onbewuste keuze maar een vrijwillige doorverwijzing. Ook de hadieth “Ook al weet je dat de dag van de verrijzenis is aangekomen, plant het boompje dat je in je handen hebt” zegt ons dat je tot de laatste dag altijd een opbouwend mentaliteit over de natuur moet hebben. Vanuit een ander standpunt zegt deze hadieth dat je zelfs in de aller slechtste situatie, altijd je best moet doen over je omgeving. Dat wordt dan geadviseerd aan de mensheid in deze hadieth.

4. Naar het milieu kijken vanuit dienstbaarheid en heiligheid

Dat een mens zijn omgeving vanuit dienstbaarheid en heiligheid kan bekijken, is een top visie tegenover zijn omgeving en het besef over de achterliggende zaken van alle wezens en gebeurtenissen. Met andere woorden, dag en nacht vergelijken met Allah. Het verschijnsel milieu is een heilig middel dat zijn taak uitoefent tegenover Allah. Dit wordt in de Koran zo beschreven: “En voor Allah knielt alles van de levende wezens in de hemelen en wat op aarde, en (ook) de Engelen, en zij zijn niet trots. Zij vrezen hun Heer boven hen, en zij doen wat hun bevolen wordt.” (Soera AN-Nahl verzen 49-50)

Gelijkaardige verzen zijn nog te vinden. Vanuit deze en gelijkaardige verzen kunnen we afleiden dat het milieu en de wezens, hun taken op een volwassen manier uitvoeren tegenover Allah. De mens moet zich met het milieu vergelijken en zijn taken herinneren, dat moet belangrijker worden dan enkel het milieu respecteren en ervan houden. De houding en situatie van stenen tegenover Allah, wordt met deze vers gedetailleerd uitgelegd: “Daarna verhardden jullie harten zich en werden als steen of nog harder. En waarlijk er zijn stenen waaruit rivieren ontspringen en er zijn (stenen) die splijten zodat het water over hen heen stroomt en waarlijk, er zijn (stenen) die neervallen uit vrees voor Allah. En Allah is niet onachtzaam over jullie daden.” (Soera Al-Baqarah vers 74)

Volgens de Islam is de kosmos en het milieu heilig. Deze heiligheid komt en door het juist uitvoeren van hun taken en de markeringen die ze in zich hebben die het bestaan en éénheid van Allah ondersteunen. Vooral de moskeeën, de belangrijkste gebedshuizen voor de moslims, wordt door onze Profeet (vzm) “de aarde is voor mij een gebedshuis” (Buhari, Salat 56) genoemd, laat ons de heiligheid van de kosmos en het milieu nogmaals herinneren. Volgens deze hadieth, wordt de aarde even heilig als een gebedshuis gezien.

5. Resultaat

* De Islam geeft de mensen instructies over hoe ze met alle units hun leven moeten voortzetten. De Islam onderwijst de mensen individueel en maatschappelijk en geeft daarbij de nodige tips, hier behoren dan ook belangrijke tips over het milieu.

* Volgens de Islam is het milieu een zegen voor de mens. Daarom moet de mens maximaal gebruik maken van het milieu. De mens moet daardoor bewust zijn van deze zegen.

* Volgens de Islam is de mens verantwoordelijk tegenover het milieu. De mens moet bewust zijn van deze verantwoordelijkheid. Daardoor kan de mens niet zomaar volgens zijn wil bezuinigen tegenover het milieu.

* Volgens de Islam is het milieu als borg voor de mens. De mens moet er belang aan hechten en deze borg goed waarderen. Het moet zelfs nog beter overgedragen worden aan de volgende generaties. Het onverantwoord omgaan met het milieu is hetzelfde als het verwaarlozen van deze borg.

* De mens is de kalief van de aarde. de kalifaat geen missie dat de mens met de geboorte meekrijgt, maar dat het eerder een verschijnsel is dat ontstaat nadat de mens zijn potentieel in de gevoelens ontdekt. Zodra de mens deze waarde in zich ontdekt, kan het zijn taak tegenover het milieu volwaardig uitoefenen.

* Rechtvaardigheid is één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de mens tegenover het milieu. De rechtvaardigheid van de mens is dat het barmhartig is tegen het volledige milieu, kosmos en alle levende wezens en genegenheid toont. De gist van de kosmos is genegenheid. Rechtvaardig zijn is de hoogste keuze voor een mens. Een mens op dit niveau zal de kosmos met liefde bekijken en alle levende wezens met barmhartigheid omhelzen.

* Volgens de Islam is het milieu heilig omdat ze dag en nacht Allah verheerlijkt. Een mens die in contact komt met het milieu zal dat niet oppervlakkig bekijken maar zal nog dieper ingaan om de waarde van deze wezens te achterhalen. Deze heiligheid komt en door het juist uitvoeren van hun taken en de markeringen die ze in zich hebben die het bestaan en éénheid van Allah ondersteunen.

* Dat de mens het milieu als zegen kent, daarin de weg naar God kan vinden, dit beschermt, het verbetert en opkomt tegen de mensen die het vernielen, zal leiden dat het als een goddelijke school wordt gezien en dat ze de beschermers zijn van deze school, zal ervoor zorgen dat ze beseffen dat ze verantwoordelijk zijn voor het milieu.

* De grootste schade aan het milieu werd en wordt nog steeds door de mens die daarmee leeft geleverd. Met de industriële revolutie werden machines meer en meer gebruikt, daardoor werd er vanaf de 19e eeuw milieuvervuiling ontstaan en vermenigvuldigd. Bij de individuele en maatschappelijke klachten over het milieu, zit er tegenwoordig altijd een menselijk factor in de achtergrond. Het verdunnen van de atmosfeer, gat in de ozonlaag, opwarming van de aarde, smelten van de sneeuwkappen, veranderen van de seizoenen, verminderen van de waterbronnen, meer aardbevingen, verminderen van de bossen en nog meer problemen, de oorzaak hiervan is het onverantwoord gebruik door de mens. Maar het is ook de mens die deze problemen kan oplossen. Dit mag zeker niet vergeten worden, een mens die het milieuschade aanricht, zaagt eigenlijk de tak door waar hij op staat. Hij richt schade aan zijn eigen en zijn soort.

Als laatst kunnen we concluderen dat onze Profeet (vzm) de top heeft bereikt wat betreft het gevoelig zijn tegenover het milieu. Hij (vzm) was een gezegende profeet die huilde wanneer hij een kameel zag die aan het uithongeren was, kwaad was op degene die de vogeltjes van hun moeder had gescheiden, de eigenaar van de kameel aansprak die te veel geladen werd en die zich bezighield met een kind die alleen en droevig aan de kant staat zoals een bezorgde vader.

Na de Profeet (vzm) volgden nog Islam geleerden die met dezelfde precisie het milieu beschermden en er bezorgd om waren. We moeten hierbij de geleerden niet vergeten die een mier in moeilijkheden een half uur lang proberen te helpen uit zijn situatie, die huilen dat vlinders op de wereld komen en snel doodgaan, die verdrietig worden om bomen die hun bladeren verliezen.

Dit moeten we zeker niet vergeten, het ligt in onze handen om de wereld op te bouwen of te vernietigen. Daarom mogen we nooit vergeten dat het milieu in borg staat bij ons en dat we klein of groot, de nodige inspanningen moeten leveren om het goed te onderhouden.

Het perspectief van islam op moderniteit

Hoe kijkt islam volgens een Soennietische theoloog naar concepten zoals “moderniteit”? Huistheoloog van Sophia Academy verklaart door middel van enkele hedendaagse en historische voorbeelden een mogelijke visie.

Islam is de laatste godsdienst, waar alle goddelijke principes gebundeld zijn, die de wereldse relatie van de mensen zowel met God als met andere mensen en met de natuur regelt. Omdat het de laatste godsdienst is, zal het de heilige bron zijn voor de problemen van de mensheid tot de Herrijzenis.

Deze eigenschap van de islam geeft ook een aanwijzing over de meerwaarde van islam in de moderne tijd. Dat vooral Fiqh voorrang heeft in het islamitisch besprekingsmechanisme, dat sommige bepalingen verschillen kunnen tonen in de plaats en tijd, dat sommige aspecten van andere godsdiensten goedgekeurd worden, dat sommige gewoontes van een volk goedgekeurd worden indien ze niet tegenstrijdig zijn met de islamitische waarden, dat de islam stimuleert en stuurt om een gemeenschap in vrede te vormen met mensen van andere godsdiensten en volkeren, dat er heilige schriften en praktische toepassingen zijn om het belang te benadrukken dat mensen van verschillende godsdiensten samenleven rond gemeenschappelijke waarden en normen, geeft aanwijzingen over de visie van de islam op de moderniteit.

Al sinds het begin benadrukt de islam het belang voor de mensheid om rond de universele waarden en normen samen te leven, in samenlevingen met verschillende culturen samen te komen bij de gemeenschappelijke waarden en de verschillen te zien als een meerwaarde. In het algemeen kan dit nogmaals benadrukt worden, de islam is niet direct tegen opinies en toepassingen. Integendeel, als het voordelen heeft voor de gemeenschappen en mensheid, stimuleert de islam zelfs om hiervan gebruik te maken.

Vrijheid

“Er is geen dwang in de godsdienst”, deze vers stelt ook voor om deze blik te hebben op de verschillende mensen. Iedereen heeft de vrijheid om te geloven in wat hij wil. Iemand gedwongen bekeren of tot hiertoe verplichten is niet volgens de basisbeginselen van de islam. Op dat gebied is het tegenstrijdig met de islam om hoewel het niet overeenstemt met de basisprincipes van de islam, iemand van een ander geloof of strekking, die volgens zijn geloof wil handelen, hem scheef te bekijken, hem uit te sluiten, hem niet te respecteren en zijn vrijheid te beperken in zijn sociaal leven. Als godsdienst zijn de opgelegde waarden en normen van de islam universeel. Het onder druk zetten van iemand die deze waarden volgens zijn geloof niet als universeel inziet, is ook niet acceptabel.

De term moderniteit wordt de laatste tijd op verschillende manieren gedefinieerd. Het is moeilijk om te zeggen dat er een eenduidig definitie is dat door iedereen wordt geaccepteerd. Vooral de betekenis in het Westen en de visie hierop in de islamitische wereld is verschillend.

Modern als woord betekent, hedendaags, eigentijds, van deze tijd en gelijkaardige betekenissen. Met andere woorden kan het met ‘aanpassen aan de noden en behoeften van de tijd’ verder aangevuld worden. Hedendaags zijn, de realiteit van deze tijd beseffen, brengt oplossingen voor de problemen van de tijd, is ook een andere manier om de betekenis van moderniteit verder aan te vullen.

Splitsingen

Naar mijn mening is het aanzien van moderniteit als geheel tegenstrijdig met godsdienst, een totaal verkeerd zicht. Zelfs modernistische denkers komen met nieuwe ideeën door de oorlog te verklaren aan de godsdiensten en dat is niet te aanvaarden. Het standpunt van de islam hierover is bekend. Bepalingen in de islam worden in tweeën gesplitst, de weg (usul) en vertakkingen (furu). De basis van de weg (usul) verandert niet en bestaat uit vaste waarden. Wat de vertakkingen (furu) betreft kan dat in de tijd en ruimte, volgens het getekende kader van de rechtsgeleerdheid en vergelijking, verschillen tonen.

De overleveringen in de islam zijn een ingeworteld geloofssysteem waar de rijke rechtsgeleerdheid duidelijk te zien is. Van de Koran zijn er honderden interpretaties, van de tradities van de profeet (Hadith) zijn er verschillende benaderingen en commentaren, deze verschillen worden binnen deze overlevering aangegeven. Zo is de islam niet helemaal tegen sommige benaderingen van de moderne tijd en is het ook niet de bedoeling dat ze sommige zaken zomaar aanvaarden door de religieuze waarden en normen te negeren. In principe is dit niet alleen een eigenschap van de islam, ook andere godsdiensten hebben regelmatig nieuwe opinies tegengewerkt. Het is een feit dat in de christelijke traditie ook zulke nieuwe opinies serieus zijn tegengewerkt door de kerk.

Tegenwoordig moet het begrip moderniteit niet beschouwd worden als een denkwijze of opinie enkel voor deze eeuw. Ook al is het vandaag moderner dan gisteren, de geschiedenis toont ons aan dat ieder eeuw en zelfs ieder jaar moderner is dan de voorbije eeuw of jaar. De mensheid is zoals een kind, kruipend, wandelend, groeiend en zo verder ontwikkeld. Iedere ontwikkelingsfase is verschillend dan de vorige. Dus verandering en de nieuwe levensstijl dat met deze verandering teweeg wordt gebracht is niet het gebied waarmee de islam strijdt en ingrijpt. De islam heeft doelen. Hulpmiddelen die van eeuw tot eeuw kunnen veranderen zijn niet het hoofddoel van de islam.

Vergelijkingen

Met de vers ‘Kijken zij dan niet naar hoe de kamelen zijn geschapen?’ wil men in de tijd van de profeet (vzmh) aan de Arabieren, vanuit een gebruikelijk en wonderbaarlijk dier, lessen over de eenheid van God geven. Het doel is de eenheid van God, het middel hiervoor in de vers is de kameel. In ieder tijdperk is er een middel zoals de kameel of een ander vervoersmiddel die de kracht en Goddelijkheid van Allah toont, maar het doel blijft altijd hetzelfde. En dat is de eenheid van God. Als we dat vers nu willen interpreteren, zullen we denken aan vliegtuigen of iets gelijkaardigs en daar is niets verkeerd aan om te blijven geloven aan de eenheid van God. Zulke voorbeelden kunnen altijd verder uitgebreid worden.

Hier moeten we de aandacht naar een ander basisprobleem trekken. Namelijk moderniteit begrijpen als Westers of Amerikaans en dit aandringen bij andere culturen. Want als we naar de geschiedenis van de mensheid kijken is interactie tussen verschillende volkeren een feit. En in ieder tijdperk en denksysteem is er een toepassing dat wordt beschouwd als een moderne werkwijze. Dat wijst er dan op dat iedere opinie een eigen ‘moderniteit’ heeft. Moderniteit als een verschijnsel in een absoluut tijdperk zien, is niet correct. In deze context zijn Al-Ghazali en Ibn Rushd nogal ‘modern’ in hun tijdperk als we hun ideeën vergelijken met hun tijd. In veel bronnen is er zelfs vermeld dat christelijke intellectuelen geïnspireerd zijn door Ibn Rushd.

Moderniteit gelijkstellen met het verstand en de kennis, beweert dat de islam tegen verstand en kennis is, is niet te accepteren met de ervaringen van de geschiedenis. Een religie waarvan het eerste bevel ‘lees’ is, is niet enkel voor de islamitische wereld, maar heeft in verschillende tijden en plaatsen voor een meerwaarde gezorgd. Binnen de islam zijn er radicale organisaties en ideologieën, die om politieke of andere redenen, de Koran en overleveringen van de profeet (vzmh), anders interpreteren dan hun betekenis, is geen gebrek van de islam.

De oorzaak van dit probleem is de mentaliteit. Vooral ISIS die zich probeert voor te stellen als een traditioneel islamitische organisatie, is tevergeefs. Want door de bronnen gedeeltelijk te lezen, religieuze teksten egoïstisch te interpreteren, de ‘andere’ uit te sluiten, proberen ze een godsdienstig visie te creëren die totaal tegenstrijdig is met de geest en basis van de islam. Zoals ook in de andere godsdiensten, zijn er ook in de islam sommige radicale ideologieën ontstaan, maar er mag zeker niet gedacht worden dat alle moslims zo denken en dit de enige en juiste ideologie is.

Kort samengevat:

  • De islam is een goddelijke religie die universele eigenschappen heeft en zoals andere religies dat ook hebben, bevat het boodschappen in het voordeel van de mensheid.
  • De islam schakelt het verstand nooit uit! De Koran en Hadith bevatten veel uitdrukkingen waarbij de nadruk op het verstand en denken wordt gelegd.
  • Het is niet te denken dat de islam strijdt tegen de moderniteit.
  • Vooraleer iets wordt geaccepteerd of geweigerd, bekijkt het islamitisch denksysteem of het een meerwaarde heeft voor de mensheid en de gemeenschap
  • Wanneer een idee, voortgebracht door de moderniteit, tegenstrijdig is met de waarden van de moslimgemeenschap, dan zal de islam de nodige bepalingen voor hun volgelingen hierover bekendmaken.
  • Maar de islam verzet zich ook niet tegen mensen met andere meningen, en zal dat zodanig aanpakken zodat de vrijheden niet worden beperkt en het geen oorzaak vormt voor enige ruzie of geweld.

‘Bidden? Ik dacht dat je modern was!’

 

(Foto: Documentaire “Advanced Style”, via textilia.nl)

Kan je zowel modern als strenggelovig zijn? Ebrar Kaya, Religiewetenschapper en student Midden-Oostenstudies aan de Universiteit Leiden legt uit aan de hand van Verlichtingsidealen en de Reformatie hoe ideeën over moderniteit en religie ons beeld over praktiserende gelovigen beïnvloeden.

 

Het is onderhand al enkele jaren geleden dat ik met een Amsterdamse antropologe de (toenmalig) recente Amerikaanse presidentsverkiezingen aan het bespreken was. Deze antropologe had een vriendin in de VS die zodanig bang werd van het resultaat van de verkiezingen dat ze haar tassen al klaar had liggen om te vertrekken. Op mijn vraag of de vriendin “zichtbaar” moslima was en of ze een hoofddoek droeg kreeg ik als antwoord: ‘Nee hoor, ze is modern.’ Het was duidelijk, je kon niet praktiserend gelovig en tegelijkertijd modern zijn.

Wat deed de Amsterdamse antropologe zo denken? De implicatie dat “modern” en “hoofddoek” antoniemen waren kwam over. Of was haar vriendin juist modern omdat ze géén hoofddoek droeg? Het leek mij dat er hier een combinatie van ideeën plaatsvond en zich uitten als één opmerking. De antropologe had wellicht verschillende ideeën over modernisme dus pakte ik twee van mijn go-to­ artikelen wat betreft modernisme, een artikel van Jocelyne Cesari, hoogleraar Religie en Politiek aan de University of Birmingham, en een artikel van Will Kymlicka, hoogleraar Filosofie aan de Queen’s University at Kingston, die gaan over de ideeën die uit de Verlichting zijn gekomen.

Verlichting

Cesari beschrijft een proces die ruimte creëerde voor enkele Verlichtingsidealen. Het proces stamt uit de Renaissance waar staten hun politieke onafhankelijkheid van de Kerk begonnen te verklaren en handhaven. Omdat de bevolking van die staten nog in God geloofden hadden de onmisbare kerken een nieuwe sociale status nodig. Dit zorgde voor een mentale scheiding tussen het lagere staatsapparaat en het hogere transcendente geloof. In deze scheiding mocht het “hogere” dan ook niet het “lagere” regulieren en vice versa. Van de gelovige wordt dan ook verwacht dat het geloof geen invloed uitoefent over de politieke of sociale praktijken waar deze aan participeert. Het secularisme valt te ruiken.

Het proces dat Kymlicka beschrijft gaat over het belang van het individuele dat is benadrukt als één van de Verlichtingsidealen. Het idee dat vrijheid om godsdienst te beoefenen, propaganderen, veranderen of achterlaten een fundamenteel mensenrecht is stamt uit dat individuele belang. Dit individualisme beïnvloedde het christendom, wat de meest ‘aanwezige’ religie was, in Europa in grote mate. De autonomie van een persoon was een fundamenteel begrip en daardoor was hetgeen dat een mens autonoom maakt, zijn mogelijkheid om te denken, het belangrijkste gedeelte van die persoon. Hiermee werd het lichaam, oftewel het corporale, ondergeschikt aan de ratio. Mind over matter.

In het stelsel van “mind over matter” in een religieuze context zijn externe uitingen van geloof dan ook ondergeschikt aan interne uitingen van geloof. Op deze manier kun je dus in een God blijven geloven en diens belofte van een hiernamaals. Echter, zodra je dit idee uit op een externe, lichamelijke, corporale manier zoals het dragen van een hoofddoek of het verwijderen van de voorhuid, dan verlies je de noemer “modern”. Voor iemand die denkt in deze termen is het dus uiterst onnodig om met iets anders dan je ratio te geloven. ‘Je gelooft, dat is toch genoeg?’

Europa

Een combinatie van de twee processen leidt ons tot de huidige samenleving die we hebben. Alleen de ratio is geschikt om de maatschappij te veranderen en iemands religie mag deze ratio absoluut niet beïnvloeden. Zodra dat wel gebeurt ben je ouderwets. Het is dus volkomen mogelijk dat de Amsterdamse antropologe een product van haar tijd en samenleving is. Echter is relativering hier enorm van belang.

De Verlichting was geen globaal proces. De ideeën die eruit zijn voortgevloeid worden dan ook absoluut niet universeel geaccepteerd. De Verlichting heeft plaatsgevonden in Europa met als bouwstenen de Europese oorlogen van religie en de Reformatie. Aangezien deze bouwstenen niet overal ter wereld beschikbaar waren is er buiten deze Europese Verlichting ook geen vergelijkbaar proces geweest. In samenlevingen buiten de sphere-of-influence van de Verlichting is het ook geen teken van oubolligheid als je religie zich manifesteert in het corporale.

Wij vs. Zij

Een andere mogelijke reden voor de uitspraak van de antropologe is een superioriteitsideaal. Nou is het niet mijn dagelijkse bezigheid om oudere blanke welgestelde antropologen uit Amsterdam te beschuldigen van een superioriteits-ideaal, alleen lijkt het me handig als we toch de mogelijkheden onder ogen nemen. Om het simpel te houden trek je een streep tussen wij en zij. Iedereen aan de kant van wij is modern en iedereen aan de kant van zij is niet modern. Het concept is simpel, maar wie hoort nou waar?

De Europese maatschappijen schrijven hun huidige idealen vaak toe aan Joods-Christelijke Seculiere fundamenten, wat volgens dr. Ernst van den Hemel de langste manier is om niet-islamitisch te zeggen. Wat er uitkomt is dat moslims niet modern zijn en de rest wel modern is. Alleen ben ik niet van mening dat het proces in deze mate voorkomt.

Zelf ben ik van mening dat de hoofddoek en modern-zijn tegenover elkaar worden gezet door een combinatie van de bovengenoemde processen.  Een mengsel tussen de Verlichtings-zeitgeist over religie en een superioriteitsideaal waarin iedereen zoals jij modern is en de rest daarbuiten valt. Op het moment begrijp ik beter wat de antropologe deed bewegen in haar uitspraak. Echter is er maar één idee dat niet modern is en dat is het idee dat intern geloven superieur is aan extern geloven.