Skip to content

Religie en wetenschap. Komt het nog ooit goed?

Religie en wetenschap. Recept voor een ramp?

(Foto: House of Wisdom, via symmetal.com)

Is het mogelijk om religieus èn wetenschappelijk bezig te zijn? Godsdienstssocioloog Ömer Gürlesin legt ons de verschillende wijzen van contact tussen de velden van religie en wetenschap uit. 

De verschillende soorten interactie tussen wetenschap en religie kunnen, in het kort, als volgt worden gecategoriseerd: (1) onverenigbaarheid, (2) conflict (3) onafhankelijkheid van disciplines, (4) dialoog en integratie tussen disciplines. Maar wat houden deze categorieën in?

Onverenigbaarheid

Volgens de wetenschappers die we in deze groep kunnen opnemen is het historische conflict tussen evolutie en religie de kern van de mismatch tussen wetenschappelijk rationalisme/ scepticisme en geloof in bovennatuurlijke krachten. De evolutionistische bioloog Myers is van mening dat alle wetenschappers atheïst moeten zijn en dat de wetenschap nooit religieuze overtuigingen mag bevatten. Volgens Dawkins vernietigt religie “de wetenschap en verbruikt het de rede”.

Uit dezelfde academische cirkels is er kritiek geleverd vanuit verschillende punten aan de wetenschappers die pleiten voor de “onverenigbaarheid” -these. Deze critici betogen dat wetenschap veel kansen biedt om God in de natuur te zoeken, te vinden en overtuigingen te ontwikkelen. Zij herinneren andere wetenschappers eraan dat de wetenschappelijke wereld grotendeels bestaat uit gelovige onderzoekers. Miller beweerde dat toen wetenschappers beweringen deden over theïsme of atheïsme, ze niet wetenschappelijk argumenteerden en stapten in het betogen van betekenis en doel buiten het bereik van de wetenschap. De vragen van betekenis en doel zijn echter het onderwerp van de metafysica en daarom van religie. Volgens hem kan de wetenschap deze kwesties niet beoordelen omdat de tools en methodologie die hij gebruikt dit niet toestaan.

Conflict

De conflictthese, die laat zien dat religie en wetenschap in de loop van de geschiedenis constant in conflict zijn geweest, werd populair in de 19e eeuw. Laten we een paar historische gebeurtenissen herhalen om de achtergrond van dit conflict aan te geven. In 1616 ging Galileo naar Rome om de katholieke kerkambtenaren ervan te overtuigen de ideeën van Copernicus niet te verbieden. Ten slotte meldde de kerk dat de ideeën van een stilstaande zon en een bewegende aarde “fout” en “in tegenstelling tot de Bijbel” waren waarbij Galileo werd beschuldigd van ketterij. Overigens accepteerde de katholieke kerk in de 19e eeuw het idee van een bewegende aarde, gebaseerd op de ideeën van Copernicus.

In de 11e eeuw was de islamitische gemeenschap tot een consensus gekomen dat de aarde stilstond en dat haar beweging alleen werd veroorzaakt door aardbevingen en soortgelijke gebeurtenissen. Eeuwenlang hebben korencommentatoren in islamitische traditie, gebaseerd op de kosmogonie van Ptolemaeus, beweert dat relevante verzen aangeven dat de wereld niet draait waarover wetenschappelijke kringen overeenstemming hebben bereikt.

Dit is echter geen uitdrukking van een persoonlijke mening; Want bijna alle werken die in de islamitische wereld zijn geschreven, werden in zowel die eeuw als de erop volgende eeuwen bepleit. De overgrote meerderheid van denkers die bekendheid verwierven op verschillende gebieden, van theologen tot filosofen, van rechtsgeleerden tot soefi’s, baseerden religieuze ideeën religieuze met een dergelijke wetenschappelijke basis.

Wetenschapshistoricus Gary Ferngren zegt over het debat in het christendom: “Hoewel de populaire beelden van het debat de vijandigheid van het christendom tegenover nieuwe wetenschappelijke theorieën blijven illustreren, suggereren studies vaak dat het christendom wetenschappelijke inspanningen bevorderde en aanmoedigde. De voorbeelden van conflict in het geval Galileo die bij iedereen bekend waren, waren uitzonderingen in plaats van de regel.” Zoals in de islamitische wereld, nam de katholieke kerk alleen de kant van de geaccepteerde wetenschappelijke ontwikkelingen van die periode. Dus het zou niet verenigbaar zijn met onze historische kennis om enkele uitzonderlijke voorbeelden van conflicten te tonen als bewijs van een absoluut conflict tussen religie en wetenschap.

Onafhankelijkheid

Een moderne visie, beschreven door Stephen Jay Gould, is dat wetenschap en religie omgaan met fundamenteel gescheiden aspecten van de menselijke ervaring en dus vreedzaam naast elkaar bestaan ​​wanneer elk op zijn gebied blijft. De Amerikaanse National Academy of Sciences ondersteunt de opvatting dat wetenschap en religie onafhankelijk zijn met deze woorden;

“Wetenschap en religie zijn gebaseerd op verschillende aspecten van de menselijke ervaring. Verklaringen in de wetenschap moeten gebaseerd zijn op bewijs uit de natuurstudie. Wetenschappelijk onderbouwde waarnemingen of experimenten die een verklaring tegenspreken moeten uiteindelijk leiden tot aanpassing of zelfs afschaffing van deze verklaring. Religieus geloof daarentegen is niet afhankelijk van empirisch bewijsmateriaal, wordt niet noodzakelijkerwijs gewijzigd door tegenstrijdig bewijsmateriaal en omvat typisch bovennatuurlijke krachten of wezens. Bovennatuurlijke wezens kunnen niet worden onderzocht door de wetenschap omdat ze geen deel uitmaken van de natuur. In die zin zijn wetenschap en religie gescheiden en hebben ze betrekking op verschillende aspecten van het menselijk begrip. Pogingen om wetenschap en religie tegenover elkaar te zetten creëert enkel discussie.”

Dialoog en integratie

Voorstanders van deze visie beweren dat wetenschappelijke en theologische perspectieven vaak vreedzaam onder één dak bestaan. Moslims en christenen en andere religies zijn historisch goed geïntegreerd met wetenschappelijke ideeën, zoals in de ontwikkeling van logica en wiskunde onder het hindoeïsme en het boeddhisme, en wetenschappelijke vooruitgang die is geboekt door moslimgeleerden tijdens het Ottomaanse rijk.

Het feit dat moslimfilosofen niet aarzelden lessen van christelijke leraren te volgen in de 11e en 12e eeuw zijn enkel voorbeelden van de christelijke en islamitische dialoog en kunnen worden aangehaald om deze stelling te versterken.

Er blijft dan enkel nog een vraag over. Met welke bovenstaande interactiemethode kunnen kwesties zoals “evolutie versus religie” een mogelijke oplossing vinden?