De maand Muharrem en de samenlevingscultuur

De maand Muharrem is de eerste maand van de islamitische kalender (hijri kalender). Het woord Muharrem betekent gerespecteerde, verboden en taboe. De maand Muharrem is één van de drie maanden waarin enkele handelingen verboden zijn en deze werden door de Arabieren ook gerespecteerd vóór de islam.

De tiende dag van de maand Muharrem wordt Asjoera genoemd. Deze dag werd in de pre-islam ook gerespecteerd door de Arabieren. Ze toonden hun respect en waardering door te vasten op deze dag. Profeet Mohammed (vrede zij met hem) heeft voor en na de hijra (emigratie van Mekka naar Medina) gevast op deze dag. Tot de verplichting van het vasten tijdens de maand Ramadan was het verplicht om te vasten op de dag van Asjoera. Nadat het vasten verplicht werd tijdens Ramadan was het enkel aangeraden om te vasten op de dag van Asjoera.

In één van de overleveringen hierover wordt het volgende vermeld: “Na de emigratie van de moslims naar Medina hoorden de moslims het belang van Asjoera ook van de Joden die daar leefden.  De Joden prezen deze dag ook door ‘Mozes en de Joden zijn verlost geraakt van de Farao en de ark van Noah is gestrand op de Djoedi berg op deze dag’ te zeggen. Hierop zei de profeet: ‘Wij staan dichter bij Mozes dan jullie’.” Profeet Mohammed heeft aangeraden om te vasten op de 9de, 10de en de 11de dag van Muharrem en niet enkel op de 10de. (Boekhari, Sawm, 69)

In andere islamitische bronnen zijn er meer historische gebeurtenissen gelinkt aan deze dag:

  • De aanvaarding van het berouw van Adam.
  • De walvis spuwde Jonas uit op een strand.
  • Mozes en Jezus zijn geboren op deze dag.
  • Het rijkdom werd geschonken aan Salomon.
  • Het berouw van David werd aanvaard.
  • De belofte van God om alle zondes te vergeven van profeet Mohammed.
  • De emigratie van Mekka naar Medina.

Tijdens het Kalifaat van Omar werd de islamitische kalender opgesteld met Muharrem als de 1ste maand omwille van de hijra (emigratie) en dus is het is het islamitisch Nieuwjaar 1 Muharrem.

Asjoera is sindsdien een belangrijk dag geworden in de islamitische cultuur en er wordt zelfs een dessert voorbereid met de naam ‘Asjoera’. De ingrediënten ervan zijn afkomstig uit het verhaal van Noah. Nadat de ark van Noah gestrand was, hebben de mensen al het voedsel die ze bij zich hadden bijeen gezameld. Daarvan heeft Noah een mix gemaakt van verschillende ingrediënten en heeft hij dat gereserveerd.

De mensen bestaan uit één vader en één moeder. De verschillende rassen, kleuren, grondgebieden en talen zijn geen redenen om elkaar te haten, maar juist een reden om elkaar te willen leren kennen.

De moslims hechten heel veel belang aan deze dag en daarom bereiden ze elk jaar het asjoera-dessert die ze ook delen met mensen in de buurt van verschillende godsdiensten, rassen en culturen. Dit is geen verplichting maar eerder een gewoonte die de moslims elk jaar toepassen.

Wie geen kleine dingen deelt, kan ook geen grote dingen delen. De islam hecht heel veel belang aan het delen, het bezoeken van buren en aan het hulp bieden aan anderen. In de Koran zelf staat er voldoende informatie over de rechten van buren. Het bezoeken en begroeten van buren zijn enkele voorbeelden daarvan. Daarnaast zijn er verschillende adviezen en waarschuwingen van de profeet Mohammed over de rechten van de buren en de relaties daarmee:

  • Men mag het paradijs niet betreden als je buur onzeker is over jou (als je geen goed imago hebt achtergelaten).
  • Wie in Allah en het hiernamaals gelooft kan zijn buren nooit kwaad doen.
  • De beste buur in Allah’s ogen is de buur die zijn gemeenschap helpt.
  • Wie voor het slapengaan zijn maag goed vult terwijl zijn buur honger lijdt behoort niet tot ons toe.

Alle moslims in de wereld moeten deze dag zien als een kans om de buren te bezoeken en een babbeltje te maken, ongeacht het verschil in godsdienst, cultuur of taal. We kunnen onze gemeenschap vooruithelpen door onze relaties met de buren te versterken.

Er is al zoveel haat en geweld op onze wereld, maar wij kunnen in het land of de stad waarin wij leven een positieve bijdrage leveren met een klein gebaar.

Orgaandonatie in de islam tussen verbod en goedkeuring

De islam staat overwegend positief tegenover orgaandonatie, alhoewel een kleine groep theologen van mening is dat het niet is toegestaan.

In deze korte samenvatting [1] belicht ik met name de belangrijkste argumenten van de tegenstanders.

Zowel de tegenstanders als de voorstanders zijn van mening dat het lichaam een bezit van Allah (God) is . Het is dus heilig.

Het is ook belangrijk aan te geven dat beide partijen van mening zijn dat een van de belangrijkste deugden in de Islam het redden van een mensenleven is. De bronnen gaan nog verder dan het menselijke leven. Ze vertellen over het goed omgaan met al het geschapene (mensen, dieren en natuur).

Als we ons in deze bijdrage beperken tot het redden van menselijk leven, dan is de hulp die we kunnen geven aan mensen in nood het belangrijkste – met name  als mensen ziek en afhankelijk worden van anderen – zoals bij hart- en nierfalen.

Zowel  de tegenstanders als de voorstanders gebruiken dezelfde bronnen voor hun argumenten, namelijk;  Koran, Soenna (de overleveringen, handelingen en stilzwijgende goedkeuringen van de profeet Mohammed) en de islamitische jurisprudentie.

Tegenstanders vinden dat het doneren van je organen als levende, kan leiden tot schade en dood voor de donor. Dit is verwerpelijk volgens de Koran. Ze refereren naar hoofdstuk Albakar vers 195 [2] en  naar hoofdstuk Nissa vers 29 [3].

Voorstanders vinden deze argumenten te zwak omdat er geen sprake is  van schade of vernieling. Gezondheidsschade kan alleen bepaald worden door medici en niet door theologen zeggen de voorstanders.

Hoe zit het met het afstaan van je organen na je dood?

Tegenstanders zeggen dat een levende mens niet per definitie beter is en meer recht heeft dan een dood persoon. Ze zijn van mening dat het afstaan van organen na de dood gelijk is aan het mutileren en misvormen van het menselijke lichaam. Ze stellen dit gelijk aan het werk van de Satan in hoofdstuk 4, vers 119 [4].

De voorstanders zien totaal  geen vergelijking tussen de mutilatie die verricht kan worden door misdadigers of in een oorlog bijvoorbeeld – waar de Koran naar refereert in het vorige hoofdstuk – en het verrichten van medische handelingen om iemands leven te redden. Ze zien dat in een totaal andere context. Ze beschouwen de orgaandonatie en de bijbehorende medische handelingen als een deugd omdat het doel heilig is. Het is redden van een menselijk leven, zoals Koran in hoofdstuk Al-Maaidah vers 32 benadrukt [5].

Tegenstanders gebruiken dit vers ook, maar ze beperken het begrip redden van leven tot een basis handeling bijvoorbeeld iemand uit een oorlogsgebied helpen ontsnappen of iemand helpen met water en voedsel.

Het tweede argument van de tegenstanders is gebaseerd op de Soenna: “Breken van een bot van een dode staat gelijk aan het breken van een bot van een levende”. Voorstanders kijken anders naar de inhoud van deze overlevering. Volgens hen gaat het hier over een waarschuwing dat mensen niet gemakzuchtig mogen omgaan met een lijk.

Het derde argument tegen orgaandonatie is gebaseerd op Jurisprudentie: In de islamitische jurisprudentie staan veel regels die een kader vormen voor de moraal en de ethiek in de Islam. één van de regels  is dat wat je niet bezit, je niet mag geven. Organen zijn niet ons bezit. We mogen ze dus ook niet geven.

Voorstanders zijn het ermee eens dat organen niet ons bezit zijn. Ze zijn van Allah uiteraard. Maar het redden van een leven is ook een heilig doel. Ze voegen toe dat niet alleen menselijke organen van Allah zijn, maar alles. Ook geld. Waarom krijgen we de vrije hand om geld te besteden naar onze inzichten en wensen?

Tegenstanders reageren hierop dat het omgaan met geld wel staat vermeld en uitgelegd, zowel in de Koran als in de Soenna. Omgaan met orgaandonatie staat nergens.

Tweede regel in de jurisprudentie is dat je geen schade mag wegnemen door schade te veroorzaken.  Hier is ook uitgebreid gesproken over wat de schade is, wie de schade bepaalt en hoe groot de schade is. Tegenstanders hebben hier ook beperkte argumenten tegenover de voorstanders.

We kunnen concluderen dat de tegenstanders veel beperkingen afleiden uit de regels en de exegese van de tekst om het heilige doel goed te beschermen.

Terwijl de voorstanders ook hetzelfde doel hebben, gebruiken ze meer invalshoeken en inzichten in het benaderen van deze ethische kwestie.

Daarom is orgaandonatie overal in de islamitische wereld toegestaan, zij het onder voorwaarden.

Tot zover deze summiere bijdrage over orgaandonatie gezien vanuit islamitische theologen, zowel de voor- als tegenstanders.

Abderrahman Karbila
Islamitisch geestelijk verzorger

 

[1] Samenvatting van mijn inleiding gehouden tijdens de thee-ma avond van Sophia Academy over orgaandonatie in de islam d.d. 29 juni 2020.

[2] “En besteedt op de weg van Allah en werp jullie zelf niet met jullie handen in de vernietiging.”

[3] “En dood julliezelf niet (door onrechtmatige handel).”

[4] “En ik zal hun zeker misleiden en zeker hun verlangens in hun opwekken. En ik zal hun zeker bevelen zodat zij de oren van de vee afsnijden. En ik zal hun zeker bevelen, zodat zij Allah’s creatie veranderen.” En wie de satan als vriend neemt in de plaats van Allah, dan lijdt Hij zeker een zeer grote verlies.”

[5] “…en voor hem, die iemand het leven schenkt, alsof hij aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken.”

 

Vasten in de maand Ramadan

Waarom vasten de moslims?

Tijdens de maand Ramadan van de islamitische kalender vasten veel moslims. Volgens de voorschriften van de Qur’an, onthouden moslims zich, overdag, vanaf de ochtendschemering tot zonsondergang, gedurende een maand, van eten, drinken en gemeenschap. Doordat het islamitische jaar, gebaseerd op maanmaanden, ongeveer tien dagen korter is dan het zonnejaar, verschuift de vastenperiode voor moslims ieder jaar met tien dagen ten opzichte van de gehanteerde zonnekalender. Volgens onze gebruikelijke kalender heeft de Ramadan aldus geen vaste aanvangsdatum.

Moslims moeten vasten omdat dat een gebod is van Allah, de Verhevene. In de Qur’an zegt Hij  als volgt:

“O jullie die geloven! Aan jullie is het vasten voorgeschreven, zoals het voorgeschreven was aan hen die jullie zijn voorgegaan, opdat jullie Gods bescherming mogen verdienen (tegen de verleidingen van jullie vleselijke ziel) en vroomheid verwerven.”

“(Vasten is voor) een vastgesteld aantal dagen. Indien iemand van jullie zo ziek is dat hij niet kan vasten, of op reis gaat, moet hij dezelfde aantal dagen [later] vasten. Maar voor degenen die het niet meer kunnen volhouden om te vasten [zoals bejaarden en chronisch zieken], is er een compensatie (boetedoening) door een behoeftige persoon te voeden (voor elke dag die gemist wordt of door hem het geldbedrag ervoor te geven). Echter, beter is het voor hem die vrijwillig grotere daden verricht (door hetzij meer te geven of door zelf te vasten in het geval van herstel), en dat jullie vasten (wanneer jullie ertoe in staat zijn) is ook beter voor jullie, als jullie het maar wisten (de waarde van vasten).”

“De maand Ramadan (is de maand) waarin de Qur’an werd neergezonden als een leidraad voor de mensen, en als duidelijke waarheden van de leiding en het Criterium (tussen goed en kwaad). Derhalve, wie van jullie aanwezig is in deze maand, moet erin vasten, en wie van jullie zo ziek is dat hij niet kan vasten of op reis is (die moet in plaats daarvan) hetzelfde aantal of andere dagen (vasten). God wenst het gemakkelijke voor jullie en Hij wenst jullie het niet moeilijk te maken, zodat jullie het aantal dagen die vereist zijn kunnen aanvullen, en opdat jullie God zullen vereren omdat Hij jullie heeft geleid, en zo kan het zijn dat jullie dankbaar zijn (aan Hem).” (2:183-185) (En in de bijbel lezen we ook over het vasten nl. Ex. 34:28; Matt. 6:16 en Luk. 5:33).

Een hadith (overlevering van de Profeet) luidt: “Voor alles is er een vorm van reiniging. Het vasten is de reiniging van het lichaam.”

Over de waardevolle betekenis van het vasten zegt de Profeet: “Als mijn volgelingen zich zouden realiseren, wat Ramadan werkelijk betekent, dan zouden ze wensen dat de Ramadan het hele jaar duurde”.

Terwijl het Qur’an vers onder andere aangeeft dat het vasten ook voor de komst van de islam aan gelovigen was voorgeschreven en dat het vasten een heilzame werking heeft op de geest, duidt de overlevering op de lichamelijke zuivering door het vasten.

 

Betekenis in de relatie met God

Vasten is dus voor de moslim in de eerste plaats een gebod van God. Aangezien God ons in al onze behoeften voorziet en ons, vanaf de conceptie, rijkelijk begunstigt, zal een gelovige vanuit plichtsbesef en dankbaarheid aan dit gebod gehoor willen geven.

Dankbaarheid is echter bij velen sterk afhankelijk van de gewaarwording van de gunsten. Als deze gewaarwording door gewenning en vanzelfsprekendheid afneemt, kan dit ook het gevoel van dankbaarheid negatief beïnvloeden. De tijdelijke onthouding van deze geneugten in ons leven, ververst en herijkt de gewaarwording. De sleur wordt verbroken waardoor de dankbaarheid wordt gevoed.

Ook de spirituele ervaring van de goddelijke namen en eigenschappen kan door het vasten verder gecultiveerd worden. Eén van die eigenschappen van God, is Samed. Vrij vertaald betekent dit ‘Autark’; God heeft voor zijn bestaan niets of niemand nodig terwijl alles alleen door Hem bestaat en in stand wordt gehouden. Door, in de vastenperiode, tijdelijk afstand te nemen van de primaire levensbehoeften mag de mens een fractie van de autarkie en zelfvoorzienendheid van God ervaren om uiteindelijk weer bevestigd te worden in zijn eigen beperktheid en afhankelijkheid.

 

Betekenis in de relatie met de medemens

De maand Ramadan staat in het teken van de solidariteit met de minderbedeelden in de samenleving. Veel moslims wedijveren met elkaar in liefdadigheid: maaltijden voor de armen, bezoek aan de zieken en aandacht voor de ouderen. De zakaat, de religieuze belasting die 2,5% bedraagt van het vermogen en aan de armen wordt geschonken, wordt in deze periode afgestaan evenals de fitra, de verplichte religieuze gift.

Het delen van je brood met anderen is erg belangrijk. Wat Ramadan bijzonder maakt is dat het een van de vijf zuilen is van de islam. Het gaat ook om elkaar uitnodigen om de familie- en vriendschapsbanden extra te versterken. Het geeft een groot gevoel van saamhorigheid in die vaste ritme tijdens het vasten.

De sociaal-maatschappelijke functie van het vasten is dat de beter bedeelde burgers binnen de samenleving begrip krijgen voor de situatie van een minder bedeelde. Begrip brengt met zich mee dat mensen veel respect voor elkaars positie zullen hebben en zal bij die moeilijkheden assistentie verleend worden. Deze financiële assistentie is een belangrijke sociale bijdrage in het moeilijke leven van armen.

De moskee wordt intensiever bezocht, door jong en oud. Er wordt samen gebeden en gevierd. Ook vrouwen, die om verschillende redenen, met name door gebrek aan ruimte, buiten de Ramadan de moskee nauwelijks bezoeken, doen mee aan de gemeenschappelijke diensten. De moskee vormt dus het middelpunt in de islamitische gemeenschap vooral in de maand Ramadan. Over en weer nodigen mensen elkaar uit om samen de iftarmaaltijd, aan het einde van de vastendag, te nuttigen. Islamitische organisaties organiseren maaltijden, vaak in combinatie met lezingen, waar ook niet-moslims worden uitgenodigd ter bevordering van de dialoog met andere deelgenoten in de samenleving.

Betekenis in de relatie met het zelf

Het Arabische woord voor vasten is sawm, dat staat voor beteugelen. Hetgeen beteugeld moet worden is de nafs. De nafs, ook een Arabisch woord dat zelf of existentie betekent, maar enigszins verschilt van het begrip ego, is een centrum in de mens waar zich de aandriften bevinden die het voortbestaan van de mens moeten waarborgen. Door de aanwezigheid van de nafs heeft de mens een intrinsieke behoefte om te eten en drinken en zich voort te planten maar ook om zich te bewijzen tegenover anderen en zich met name in materieel opzicht verder te ontplooien en rijkdom te vergaren.

Als de nafs zich in een functioneel evenwicht bevindt is hij een belangrijke voorwaarde voor de overleving en instandhouding van de mens als individu en als soort. Treedt de nafs buiten dit evenwicht naar het positief of negatief extreme dan berokkent hij aan diens eigenaar en zijn omgeving schade zowel in lichamelijk als geestelijk opzicht. Om dit te voorkomen dient de nafs beteugeld te worden wat het concept sawm inhoudt.

Voor het individu is de maand Ramadan vooral een periode van onthaasting en bezinning. Het afgelopen jaar wordt geëvalueerd, in het bijzonder in geestelijk opzicht. Wat was goed en vooral, wat kan en moet beter? De relatie met God en medemens wordt hierin meegenomen. Sommigen gaan in itikaaf (retraite), waarbij zij zich, gedurende de laatste tien dagen van de Ramadan, terugtrekken in de moskee om zich beter te kunnen wijden aan de dienst aan God.

De Ramadan is verder een oefening in zelfbeheersing. Deze zelfbeheersing wordt gerealiseerd door zich te onthouden van ‘gewone’, legitieme zaken die buiten de vastenperiode wel geoorloofd zijn. De bedoeling is dat men zich zo weerbaarder maakt tegenover de niet legitieme zaken. Zo wordt het geestelijke toerental als ware verhoogd zodat men voor het komende jaar gemakkelijker kan overschakelen naar een hogere geestelijke versnelling. De bedoeling van het leven ligt voor de moslim immers in het voortdurend ontwikkelen van de band met de Schepper.

Kortom, het vasten in de maand Ramadan heeft een holistische functie in het leven van de moslim en moslima en is een van de belangrijkste gelegenheden die hij of zij kan benutten om als dienaar, mens en medemens beter te functioneren.

 

“As Salaamoe Aleikum, Vrede Zij met U Allen”

 

 

Ramadan in coronatijd

Wij danken Allah, de Heer de Werelden, die ons rijkelijk begunstigt met vele gunsten vanuit Zijn Genade, Die ons, na een periode van 11 maanden van heimwee, uiteindelijk met de maand Ramadan, die in de Turks-islamitische traditie de ‘Koning van de 11 Maanden’ wordt genoemd, heeft verzoend. Wij verwelkomen deze maand van inkeer, bezinning en godvruchtigheid met ganser harte.

Vele moslims in de wereld zullen deze maand, vanwege de coronacrisis anders ervaren dan gewoonlijk. Normaal verrichten moslims tijdens deze maand in de moskee gezamenlijk het Tarawih-gebed, maar de moskeeën zijn nu gesloten. Er wordt normaal samen gebeden en gevierd. Ook vrouwen, die om verschillende redenen, met name door gebrek aan ruimte, buiten de Ramadan de moskee nauwelijks bezoeken, doen mee aan de gemeenschappelijke diensten. De moskee vormt dus het middelpunt in de islamitische gemeenschap vooral in de maand Ramadan. Over en weer nodigen mensen elkaar normaliter uit om samen de iftarmaaltijd, aan het einde van de vastendag, te nuttigen. Islamitische organisaties organiseren maaltijden, vaak in combinatie met lezingen, waar ook niet-moslims worden uitgenodigd ter bevordering van de dialoog met andere deelgenoten in de samenleving.

Maar in deze tijden van de coronacrisis zijn wij helaas genoodzaakt met een gepaste zorgvuldigheid om te gaan met alle regels, ook van de Ramadan. De hele tijd zijn we bezig geweest om ons te onthouden van sociale contacten. Welnu deze maand is de maand van geheelonthouding. Moslims zullen nu extra ontberingen ondergaan.

Met deze bijdrage willen we alle moslims in Nederland, maar ook in de rest van de wereld van harte feliciteren en Allah vragen om ons en de rest van de wereld te behoeden van alle kwaad. Moge Hij ons, Zijn schepselen, niet vergeten en met Zijn Genade bejegenen!!!

Van de redactie van Sophia Academy.

 

Coronacrisis: Het belang van het behouden, beschermen en behoeden van de gezondheid

Coronacrisis: Het belang van het behouden, beschermen en behoeden van de gezondheid

Ik zoek mijn toevlucht bij God van de eeuwig (van Gods genade) verstoten Satan.  En begin in en met de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. Moge Allah vrede en zegeningen schenken aan onze Profeet Mohammad (vzmh), zijn familieleden, metgezellen en eenieder die in zijn voetsporen treedt tot en met de Dag des Oordeels.

Beste moslim broeders en zusters!

Naar aanleiding van de huidige coronacrisis, vonden we het toepasselijk om over de overleveringen van onze Profeet (vzmh) met betrekking tot dit issue te behandelen.

In de overleveringen van onze Profeet Mohammed ﷺ, (vzmh) zien we veel ahadith met betrekking tot het belang van het behouden, beschermen en behoeden van de gezondheid. Deze overleveringen worden onder de noemer van at-Tıbb an-Nabawi verzameld. Zo is de onderstaande Hadith een prachtig voorbeeld om het heden ten dage aandachtig in ogenschouw te nemen en ernaar te handelen.

Van de geliefde echtgenote van onze Profeet, Aisha bint Abi Bakr, de moeder van de gelovigen wordt overgeleverd: Ik vroeg aan de Edele Profeet over epidemie waarop hij antwoordde: “De epidemie kan een bestraffing zijn waar vroegere volkeren ook door zijn getroffen. Maar Hij gebruikt dit als een beproeving en als een zegening voor Zijn dienaren. Een ieder die in Allah gelooft en geduldig thuis blijft met de verwachting dat hij door zijn Schepper hiervoor beloond zal worden en erin gelooft dat hem niks zal overkomen als Allah dat niet wil, zal evenveel beloning ontvangen als een martelaar. Deze hadith is overgeleverd door Ahmad ibn Hanbal, Boechârî en Nesâî. De grote hadithgeleerde Ibn Hadjar zegt: “Een ieder die zich houdt aan de regels en voorwaarden van bescherming en in leven zal blijven, zal toch een beloning ontvangen als een martelaar, ondanks het feit dat hij niet overlijdt aan de gevolgen van zo’n epidemie. Deze 4 voorwaarden zijn als volgt:

  1. Geduldig volharden en en zich niet beklagen
  2. Thuis blijven
  3. De beloning van Allah verwachten
  4. Erin geloven dat hem niks zal overkomen als Allah dat niet wil.”

 

In een andere overlevering zei onze Profeet (vzmh) over de besmettelijke ziektes het volgende[1]: “De epidemie kan een bestraffing zijn waar vroegere volkeren ook door zijn getroffen. Zou het zich ergens op een plek voltrekken, dan moeten diegenen die zich in het getroffen gebied bevinden, daar verblijven en dat gebied niet verlaten. Ook mag het getroffen gebied niet betreden worden door diegenen die zich erbuiten bevinden”.

Tevens zegt onze geliefde profeet Mohammed (vzmh) in een andere overlevering: “epidemie lijkt net een schildklier van een jong kameel, degene die zich daar bevindt is gelijkwaardig aan iemand die zich heeft opgeofferd omwille van Allah, de verhevene. Diegene die het verlaat, lijkt op iemand die tijdens de strijd zich verloren terugtrekt uit het slagveld.”

Imam Boekhari heeft overgeleverd dat de metgezellen ooit op reis waren naar het land van Ashaam, wat tegenwoordig Syrië is. Onderweg hoorden ze dat in de beoogde bestemming een epidemie was uitgebroken. Na een kort beraad onderling, hebben zij besloten terug te gaan naar eigen land omdat de metgezel Abdoe Rahman Ibn Auf zei “Ik heb de profeet vrede zij met hem ooit horen zeggen dat we het besmettelijk gebied niet mogen betreden als we nog erbuiten zijn”

In een andere overlevering zegt profeet vrede zij met hem “Iemand met besmettelijke ziekte moet wegblijven van een gezonde persoon”

Als we de genoemde overleveringen onder de loep nemen en deze goed tot ons laten doordringen, dan moeten we wel stil staan bij de wonderen van onze geliefde Profeet (vzmh). Hij verstrekt ons op een simpele manier adviezen, weliswaar 14 eeuwen geleden, welke overeenkomen met de algemene richtlijnen die wij tegenwoordig horen.

Beste moslimbroeders en zusters,

Het is vandaag, vanavond de nacht van de vrijwaring! Laten we ter gelegenheid van deze nacht van de Bera’ah veelvuldig tot onze Schepper en Onderhouder bidden dat wij met z’n allen verlost zullen worden van deze epidemie.

[1] https://www.icimleiden.nl/

De positie van de vrouw in islam

De positie van de vrouw in islam

Hoe kijkt islam volgens een Soennietische theoloog naar de positie van de vrouw in islam? Huistheoloog van Sophia Academy verklaart door middel van enkele voorbeelden een mogelijke visie.

De rechten en verantwoordelijkheden van een vrouw in de islam zijn gelijk aan die van een man, maar zijn niet noodzakelijkerwijs identiek (hetzelfde). Gelijkheid (gelijkwaardigheid) en gelijksoortigheid (identiek zijn) zijn niet hetzelfde en zouden niet verward mogen worden. Mensen zijn niet identiek, maar wel gelijkwaardig geschapen. Met dat onderscheid in het achterhoofd, is er helemaal geen excuus voor enig argument dat de vrouw inferieur zou zijn ten opzichte van de man. Het feit dat de islamitische wet vrouwen gelijke, maar geen identieke, rechten geeft toont aan dat hij [het wezen van] de vrouw als een vrouw erkent, met zuivere respect voor zowel de verschillen in de (lichamelijke en geestelijke) gesteldheid en de persoonlijkheid als de gelijkheid van haar behoefte aan sociale en politieke waardigheid (waardering).

Het is de moeite waard om hier een kort overzicht te geven van de rechten van de vrouw in de islamitische wet:
• De vrouw wordt erkend als een volwaardige en gelijke partner van de man in de voortplanting van de mensheid. Hij is de vader, zij is de moeder en beiden zijn essentieel voor het leven. Haar rol is niet minder belangrijk dan die van de man. In haar partnerschap heeft zij een gelijk deel in respect en waardigheid; uiteraard geniet zij als moeder meer respect en zorg van de kinderen, overeenkomstig het bevel van de Profeet: “Het paradijs ligt onder de voeten van de moeders.” (an-Nasâ’î, “Jihâd”, 6)

• Een volwassen vrouw is gelijk aan een volwassen man in het dragen van de verantwoordelijkheden, sommige individueel en andere gedeeld met anderen, en zij is gelijk in de beloning die zij krijgt voor haar daden. Ze wordt erkend als een onafhankelijke rechtspersoonlijkheid, die over morele en intellectuele kwaliteiten en spirituele aspiraties beschikt, die kenmerkend zijn voor alle menselijke wezens. De menselijke natuur van de vrouw is niet inferieur aan, noch anders dan die van de man. Beiden zijn de wederhelften van elkaar.

• Zij is gelijk aan de man in het volgen van onderwijs of vergaren van kennis. Ruim veertien eeuwen geleden verklaarde de profeet Mohammed, (vzmh), dat het vergaren van kennis (die nodig is voor iedere gelovige) de plicht is van elke moslim (man en vrouw). (Ibn Mâdjah, “Moeqaddimah”, 17)

• Zij heeft recht op dezelfde vrijheid van meningsuiting als de man. Haar uitgesproken meningen worden in overweging genomen en mogen niet buiten beschouwing worden gelaten, zuiver en alleen omdat zij een vrouw is. In de Qur’an wordt niet alleen aangegeven dat vrouwen vrijuit hun mening gaven, maar ook beargumenteerden als er met hen werd gediscussieerd. Zij namen zelfs deel aan serieuze gesprekken met de Profeet zelf, zodanig dat dit het onderwerp werd van een soera in de Qur’an met de naam ‘De Pleitende Vrouw’ en dat haar klachten werden aangehoord door Allah (bijvoorbeeld soera Al-Moedjadilah, De Pleitende Vrouw 58:1-4; en 60:10-12).

• Een vrouw heeft gelijke rechten volgens de wet om contracten te sluiten, om te ondernemen en commerciële ondernemingen te leiden om onafhankelijke rijkdom te vergaren en te bezitten. Haar leven, haar bezittingen en haar eer zijn net zo heilig als die van de man. Als zij een overtreding begaat, is haar straf niet minder of meer dan die van een man in dezelfde situatie. Als haar kwaad is aangedaan of zij is benadeeld, krijgt zij een compensatie gelijk aan wat een man in dezelfde situatie zou krijgen (zie 2:178; en 4:92-93).

• Afgezien van de erkenning van de vrouw als een onafhankelijk mens, wordt zij erkend als even essentieel voor het voortbestaan van de mensheid. De islamitische wet (afgeleid van de Qur’an) heeft een aandeel van de erfenis aan de vrouwelijke erfgenamen toegewezen, zoals uitgelegd is in soera an-Nisâ, voetnoot 5.

• Vrouwen genieten een aantal privileges waar mannen van zijn uitgesloten. In het huishouden is zij vrijgesteld van alle financiële verplichtingen. Als moeder geniet zij meer aanzien en hogere eer in de ogen van Allah (31:14-15; 46:15). Als echtgenote heeft zij recht om van haar aanstaande man een geschikte bruidsschat te vragen voor haarzelf. Zij heeft recht op de steun en medewerking van haar man. Ze hoeft niet te werken of te delen in de huishoudelijke kosten van haar man. Als dochter of zus heeft zij recht op steun en medewerking van respectievelijk haar vader of broer. Dat is haar privilege. Als zij wil werken of in haar eigen onderhoud wil voorzien en wil deelnemen in de familieverantwoordelijkheden, is zij vrij om dat te doen, op voorwaarde dat haar rechten en eer gewaarborgd worden.

Tenslotte, het is van geen betekenis dat de Qur’an doorgaans mannelijke voornaamwoorden gebruikt als hij een gemeenschap aanspreekt of aan een gemeenschap refereert. Het is een kenmerk van bijna alle talen dat het mannelijke voornaamwoord wordt gebruikt voor een groep die door zowel mannen als vrouwen wordt gevormd.

Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat door de eeuwen heen in de geschiedenis van de meeste samenlevingen de man in zekere “mate” meestal meer verantwoordelijkheid droeg (voor het huishouden en de collectieve zaken van de gemeenschap) “boven” dat van de vrouw. En dit is ongetwijfeld een gevolg van het hebben van verschillende taken en functies betreffende het onderhoud van het gezin en het zorg dragen voor de kinderen, de volgende generatie van de gemeenschap. (Voor uitleg over andere aspecten van deze kwestie, zie: soera 2:282, voetnoot 161. Gedistilleerd uit de Qur’an door Emrullah Erdem, in “Ontmoeting met de Islam”.)

Religie en wetenschap. Komt het nog ooit goed?

Religie en wetenschap. Recept voor een ramp?

(Foto: House of Wisdom, via symmetal.com)

Is het mogelijk om religieus èn wetenschappelijk bezig te zijn? Godsdienstssocioloog Ömer Gürlesin legt ons de verschillende wijzen van contact tussen de velden van religie en wetenschap uit. 

De verschillende soorten interactie tussen wetenschap en religie kunnen, in het kort, als volgt worden gecategoriseerd: (1) onverenigbaarheid, (2) conflict (3) onafhankelijkheid van disciplines, (4) dialoog en integratie tussen disciplines. Maar wat houden deze categorieën in?

Onverenigbaarheid

Volgens de wetenschappers die we in deze groep kunnen opnemen is het historische conflict tussen evolutie en religie de kern van de mismatch tussen wetenschappelijk rationalisme/ scepticisme en geloof in bovennatuurlijke krachten. De evolutionistische bioloog Myers is van mening dat alle wetenschappers atheïst moeten zijn en dat de wetenschap nooit religieuze overtuigingen mag bevatten. Volgens Dawkins vernietigt religie “de wetenschap en verbruikt het de rede”.

Uit dezelfde academische cirkels is er kritiek geleverd vanuit verschillende punten aan de wetenschappers die pleiten voor de “onverenigbaarheid” -these. Deze critici betogen dat wetenschap veel kansen biedt om God in de natuur te zoeken, te vinden en overtuigingen te ontwikkelen. Zij herinneren andere wetenschappers eraan dat de wetenschappelijke wereld grotendeels bestaat uit gelovige onderzoekers. Miller beweerde dat toen wetenschappers beweringen deden over theïsme of atheïsme, ze niet wetenschappelijk argumenteerden en stapten in het betogen van betekenis en doel buiten het bereik van de wetenschap. De vragen van betekenis en doel zijn echter het onderwerp van de metafysica en daarom van religie. Volgens hem kan de wetenschap deze kwesties niet beoordelen omdat de tools en methodologie die hij gebruikt dit niet toestaan.

Conflict

De conflictthese, die laat zien dat religie en wetenschap in de loop van de geschiedenis constant in conflict zijn geweest, werd populair in de 19e eeuw. Laten we een paar historische gebeurtenissen herhalen om de achtergrond van dit conflict aan te geven. In 1616 ging Galileo naar Rome om de katholieke kerkambtenaren ervan te overtuigen de ideeën van Copernicus niet te verbieden. Ten slotte meldde de kerk dat de ideeën van een stilstaande zon en een bewegende aarde “fout” en “in tegenstelling tot de Bijbel” waren waarbij Galileo werd beschuldigd van ketterij. Overigens accepteerde de katholieke kerk in de 19e eeuw het idee van een bewegende aarde, gebaseerd op de ideeën van Copernicus.

In de 11e eeuw was de islamitische gemeenschap tot een consensus gekomen dat de aarde stilstond en dat haar beweging alleen werd veroorzaakt door aardbevingen en soortgelijke gebeurtenissen. Eeuwenlang hebben korencommentatoren in islamitische traditie, gebaseerd op de kosmogonie van Ptolemaeus, beweert dat relevante verzen aangeven dat de wereld niet draait waarover wetenschappelijke kringen overeenstemming hebben bereikt.

Dit is echter geen uitdrukking van een persoonlijke mening; Want bijna alle werken die in de islamitische wereld zijn geschreven, werden in zowel die eeuw als de erop volgende eeuwen bepleit. De overgrote meerderheid van denkers die bekendheid verwierven op verschillende gebieden, van theologen tot filosofen, van rechtsgeleerden tot soefi’s, baseerden religieuze ideeën religieuze met een dergelijke wetenschappelijke basis.

Wetenschapshistoricus Gary Ferngren zegt over het debat in het christendom: “Hoewel de populaire beelden van het debat de vijandigheid van het christendom tegenover nieuwe wetenschappelijke theorieën blijven illustreren, suggereren studies vaak dat het christendom wetenschappelijke inspanningen bevorderde en aanmoedigde. De voorbeelden van conflict in het geval Galileo die bij iedereen bekend waren, waren uitzonderingen in plaats van de regel.” Zoals in de islamitische wereld, nam de katholieke kerk alleen de kant van de geaccepteerde wetenschappelijke ontwikkelingen van die periode. Dus het zou niet verenigbaar zijn met onze historische kennis om enkele uitzonderlijke voorbeelden van conflicten te tonen als bewijs van een absoluut conflict tussen religie en wetenschap.

Onafhankelijkheid

Een moderne visie, beschreven door Stephen Jay Gould, is dat wetenschap en religie omgaan met fundamenteel gescheiden aspecten van de menselijke ervaring en dus vreedzaam naast elkaar bestaan ​​wanneer elk op zijn gebied blijft. De Amerikaanse National Academy of Sciences ondersteunt de opvatting dat wetenschap en religie onafhankelijk zijn met deze woorden;

“Wetenschap en religie zijn gebaseerd op verschillende aspecten van de menselijke ervaring. Verklaringen in de wetenschap moeten gebaseerd zijn op bewijs uit de natuurstudie. Wetenschappelijk onderbouwde waarnemingen of experimenten die een verklaring tegenspreken moeten uiteindelijk leiden tot aanpassing of zelfs afschaffing van deze verklaring. Religieus geloof daarentegen is niet afhankelijk van empirisch bewijsmateriaal, wordt niet noodzakelijkerwijs gewijzigd door tegenstrijdig bewijsmateriaal en omvat typisch bovennatuurlijke krachten of wezens. Bovennatuurlijke wezens kunnen niet worden onderzocht door de wetenschap omdat ze geen deel uitmaken van de natuur. In die zin zijn wetenschap en religie gescheiden en hebben ze betrekking op verschillende aspecten van het menselijk begrip. Pogingen om wetenschap en religie tegenover elkaar te zetten creëert enkel discussie.”

Dialoog en integratie

Voorstanders van deze visie beweren dat wetenschappelijke en theologische perspectieven vaak vreedzaam onder één dak bestaan. Moslims en christenen en andere religies zijn historisch goed geïntegreerd met wetenschappelijke ideeën, zoals in de ontwikkeling van logica en wiskunde onder het hindoeïsme en het boeddhisme, en wetenschappelijke vooruitgang die is geboekt door moslimgeleerden tijdens het Ottomaanse rijk.

Het feit dat moslimfilosofen niet aarzelden lessen van christelijke leraren te volgen in de 11e en 12e eeuw zijn enkel voorbeelden van de christelijke en islamitische dialoog en kunnen worden aangehaald om deze stelling te versterken.

Er blijft dan enkel nog een vraag over. Met welke bovenstaande interactiemethode kunnen kwesties zoals “evolutie versus religie” een mogelijke oplossing vinden?

Het perspectief van islam op wetenschap

Hoe kijkt islam volgens een Soennietische theoloog naar wetenschap en diens ontwikkeling? Huistheoloog van Sophia Academy verklaart door middel van enkele hedendaagse en historische voorbeelden een mogelijke visie.

De laatste tijd is de gedachte dat godsdienst een struikelblok is bij de vooruitgang van de wetenschap, één van de populairste discussies. In de geschiedenis van zowel de Islam als het Christendom, is dit een regelmatig terugkomend gedachte. De bedoeling van deze tekst is niet deze foute gedachte, dat een product is van een oppervlakkig visie, in het lang en breed te bekritiseren, maar het benadrukken het begrijpen van de openbaring van God aan de mensen niet mogelijk is als men het verstand, geweten van de mens gaan negeren. Met een compleet geloof is het mogelijk om de openbaring direct te begrijpen en toe te passen in het dagelijks leven maar het is de bedoeling om dat te lezen, begrijpen, interpreteren en overdragen zodat er een cultuur wordt opgebouwd rond deze openbaring.

Ook de tafsier over de Koran vanuit dit standpunt proberen te begrijpen, zal een correcter beeld geven. Zoals de eerste openbaring van de Koran de mensen aanspoort met “Lees”, is de verwijzing van onze Profeet (vzm) van de mensen naar het ‘Boek van het universum’ ook geen toeval. De Islam hecht dus groot belang aan wetenschap; vertrekkend vanuit het idee dat wetenschap en wijsheid de verloren goederen zijn van de mensen, worden de mensen aangespoord om achter deze verloren goederen te zoeken, te lezen en te begrijpen ongeacht waar dat is of wie dat zegt.

Iedere vorm van kennis is geprezen in de Koran, in vele verzen is er vermeld dat de wetende en onwetenden niet dezelfde zijn, en in verschillende verzen wordt het belang voor kennis benadrukt. Ook in de Hadith worden de reizigers voor de kennis en geleerden meermaals geprezen, de moslims worden ook op deze manier aangespoord om achter kennis, wetenschap aan te lopen.

Maar dit moet zeker vermeld worden, de visie van de Islam op de wetenschap is gebaseerd vanuit de verdienste van het geloof. Kennis is niet alleen bedoeld om het te weten, het moet verzameld worden rond een verheven doel. M.a.w. het belangrijkste doel van kennis is om nog vindingrijker te zijn en naar kennis over Allah te bereiken. Kennis moet een gewoonte wat men achtervolgd worden om de gedachte van monotheïsme in het innerlijke vanzelfsprekend te maken. Want de mens kan de echte kennis opdoen door het universum te lezen en met deze kennis leert het zichzelf beter kennen.

Volgens de Islam convergeert het universum, wetenschappen en de Koran, zoals de 2 ogen van mensen, samen op 1 bepaald punt. Zoals de 2 ogen van de mensen geen verschillende visie hebben, zo verschillen wetenschappen en de Koran niet van elkaar.

Anderzijds kunnen we de verlangens naar kennis van moslimgeleerden verklaren met “In de schepping van de hemelen en de aarde zijn tekenen voor mensen die verstandig zijn” en andere vergelijkbare verzen. Door deze en gelijkaardige verzen zijn moslimgeleerden de orde in de hemel en op de aarde beginnen onderzoeken, en is de link tussen de hemel en aarde niet onopgemerkt gebleven; de relatie van een bloem met de zon en zonlicht, de relatie tussen de zwakkeren op de aarde, … en nog andere onderwerpen waarbij geconcludeerd wordt dat zulke mensen die het boek van de universum en de Koran nauw relateren, nog dichter bij God komen te staan.

Als wij de Islamitische traditie bekijken, i.p.v. zich te distantiëren van kennis en wetenschap, is dit de basis van deze traditie. Daardoor hebben vele geleerden zich steeds verdiept in hun kennis en hebben een belangrijke meerwaarde gehad voor de wetenschappen. Jabir, Alhazen, Al-Chwarizmi, Al-Zahravi, Avicenna, … en andere grote geleerden zijn een mooi voorbeeld van de visie van de Islamitische traditie voor de wetenschappen. Bij wijze van spreken, hoewel Griekse geleerden een eerste keer over een ‘atoom’ spreken, heeft de moslimgeleerde Al-Nazzam geconstateerd dat een materie oneindig keren kan opgesplitst worden. Weer in de Islamitische wereld, ook als het gaat over tafsier en Hadith, hebben we Fakhr al-Dīn al-Rāzī, naast zijn theologische kennis is hij, volgens meerdere bronnen, ook een goede dokter.

Een belangrijk persoon in de Islamitische denkwereld is Ibn Rushd (Averroes), hij werd ook door Westerse denkers geciteerd. Ibn Rushd had belangrijke bijdragen over het bestaan, dit is ook een opmerkelijk voorbeeld hoe een moslim op dat gebied een meerwaarde kan betekenen. Vooral zijn uitspraken en logica over het oorzakelijk verband heeft hij vele, waaronder ook Westerse, denkers heeft beïnvloed. Volgens Ibn Rushd is aanwezigheid een eerste waarheid, waarheid is de bron van alles en wordt vergeleken als een erts; de aanwezigheid dat een waarheid is, is de erts en het is de oorsprong van al de rest. Conclusie is dat de waarheid de onafhankelijke aanwezigheid is. Dus aanwezigheid en waarheid is hetzelfde, en hoe aanwezig iets is, zo waar is het dan ook.

Daarnaast probeerde Ibn Rushd ook de filosofie van Aristoteles en Plato (427-347) te verzoenen en beweerde hij dat godsdienst en filosofie twee verschillende gebieden zijn die vanuit dezelfde bron gevoed worden, godsdienst is het product van openbaringen en filosofie is het product van het verstand. Maar beide bronnen zijn hetzelfde. Ibn Rushd is de bekendste moslimgeleerde in het Westen, hoewel hij meer bekendstaat als arts, is hij populairder als ‘tolk van Aristoteles’. Als geneeskundige heeft hij zich verdiept in de anatomie, hierbij ziet hij de mens als het bewijs en middel tot het bestaan van Allah, dat hij dat op verschillende manieren heeft bewezen en dat bij ieder gelegenheid vermeld, is een bewijs hoe zeer hij bezig is met deze wetenschap. Over geneeskunde heeft Ibn Rushd 16 boeken geschreven, zijn boeken zijn honderden jaren in Europa gelezen, vooral zijn boek “El Külliyat Fi’t Tıbb” is in het Latijn vertaald en werd gebruikt in de Europese universiteiten als cursus.

In de Islamitische denkwereld zijn zulke voorbeelden die theologie en wetenschappen combineren, meermaals terug te vinden. Dit allemaal wijst erop dat in de laatste eeuwen de achterstand van de Islamitische wereld in de wetenschappen, de oorzaak niet de Islam is, maar de visie dat meer belang hecht aan het uiterlijke en de Islam beperkt tot de moskeeën. Het is niet nodig om bij deze visie een naam op te plakken.

Als we de geschiedenis bekijken, kunnen we naast de bovenvermelde geleerden, nog meer geleerden opsommen die Islamitische wetenschappen niet scheiden van de algemene wetenschappen. Daardoor is het niet mogelijk om de visie van de Islam te beperken tot de laatste periode en vanuit deze periode conclusies te trekken. In de plaats daarvan moet men vanaf de eerste dag van de Islam, alle periodes één voor één bekijken en onderzoeken, daar kan men nog meer wetenschappelijke onderzoeken, geschriften terugvinden die een belangrijke meerwaarde bieden aan de wetenschappen. Volgens een belangrijk geleerde uit de laatste eeuw, Said Nursi, moet men naast het bestuderen van theologie, men de moderne wetenschappen zeker niet mogen verwaarlozen.

Als één van deze verwaarloosd wordt dan is de andere zonder arm of vleugel en dat zal ervoor zorgen dat het doel van kennis en wetenschap niet bereikt zal worden. M.a.w. noch theologie dat het licht van het hart is, mag opgeofferd worden; noch wetenschappen dat het licht is van het verstand, logica en redenering mag opgeofferd worden.

De namen van Allah die de waarheid van de goederen zijn, zijn vast, goederen zijn niet vast. Het is het licht en het besef van het geloof dat de mens en het leven een betekenis en waarde geeft en de wetenschap voorziet van een menselijk en waardevol ontwikkeling.

Dit mag ook niet uit het oog verloren worden over de visie van de Islam op de wetenschap. De huidige wetenschap bekijkt de wezens met de letterlijke betekenis en is structuur gericht, omdat het niet bekijkt als het kunstwerk van God, is het ook gedistantieerd van de vindingrijkheid, het licht, de productiviteit en de betekenis daarvan, en wordt het geheel van de regels en gemeenschappelijke menselijke waarden en normen verwaarloosd. Terwijl als men alles in het universum bekijkt als een kunstwerk van Allah, is het onvermijdelijk om de weg naar Allah te vinden via de wetenschap. Want de mens is geschapen om met zijn kennis en gebeden volmaakt te worden. Qua aard en capaciteit is alles afhankelijk van kennis.

De basis, licht en geest van echte wetenschap is Allah leren kennen zoals het is en de echte basis hiervan is het geloof in Allah. Als het leren kennen van Allah het belangrijkste basisdoel is, dan is kennis de weg om dat te kunnen bereiken. Dan is het belangrijk om dat nogmaals te benadrukken dat in de Islam de nadruk op kennis en wetenschappelijke werken, het een belangrijk rol speelt naar de gedachte van éénheid van Allah te streven. De namen van Allah die de waarheid van de goederen zijn, zijn vast, goederen zijn niet vast. Het is het licht en het besef van het geloof dat de mens en het leven een betekenis en waarde geeft en de wetenschap voorziet van een menselijk en waardevol ontwikkeling.

Met name 1) De Islam heeft universele eigenschappen en bevat nuttige boodschappen voor de mensheid zoals de andere godsdiensten. 2) De Islam schakelt het verstand niet uit, in vele Koranverzen en Hadith ligt de nadruk op denken en redeneren. Deze verwijzingen zijn natuurlijk een bewijs dat de Islam belang hecht aan kennis en wetenschappelijke werken. 3) De Islam is er voor het geluk op de wereld en het hiernamaals, het is dan niet te denken dat het tegen kennis en wetenschappelijke werken is. 4) Het Islamitisch denksysteem kijkt eerst of het nuttig is voor de gemeenschap en universele waarden, vooraleer het iets goed- of afkeurt. 5) Als een idee van de wetenschap tegenstrijdig zou zijn met de waarden van de moslimgemeenschap, dan wordt de voorziening bekend gemaakt die bindend is enkel voor de volgelingen. 6) De waarde dat de Islam aan wetenschap geeft, krijgt meer betekenis wanneer deze wetenschap de mens naar Allah leidt.

Monotheïsme (tawheed) in de islam

(Foto: Omair Haq, via flickr.com)

(Foto: Omair Haq, via flickr.com)

Wat houdt monotheïsme in islamitische context in? Wat zijn argumenten die worden gebruikt voor het monotheïsme? Huistheoloog Emrullah Erdem licht toe.

De islam is eenduidig monotheïstisch omdat de theologie ervan begint en eindigt met de uniciteit en de eenheid van Allah (tawheed). Daardoor wordt het heelal gezien als een integraal geheel van met elkaar samenhangende en samenwerkende delen, waarmee een prachtige coördinatie, harmonie en orde zichtbaar is in het gehele universum en in ieder levend organisme. Deze harmonie en orde komen voort uit de eenheid van de Ene, die het heelal geschapen heeft en die absoluut is, zonder partner of gelijke. Het is Allah die het heelal geschapen heeft, met al wat zich erin bevindt, en het is Allah die het bestuurt. De regels die we afleiden uit het functioneren van het heelal – en uit wat we natuurwetten noemen – zijn in feite de vaste manieren van Allah om dingen en gebeurtenissen te scheppen en om het heelal te besturen. Vanuit dit perspectief gezien is het heelal, dat door Allah beheerst wordt en Hem gehoorzaamt, letterlijk moslim – onderworpen aan Allah. Daardoor is alles wat er in plaats vindt, ordelijk en harmonieus.

 

Het geloof in de eenheid van Allah, de Verhevene als de enige God van alle schepselen houdt het volgende in.

  1. “Zeg: “Hij is Allah, de Enige Absolute Eenheid.”
  2. “Allah, Die eeuwig onafhankelijk is van alles (Die nergens behoefte aan heeft/toe voelt).”
  3. “Hij verwekt (baart) niet, noch is Hij verwekt (gebaard).”
  4. “En niets is in enig opzicht gelijk aan Hem.” (112: 1-4).

Allah” is de essentiële, persoonlijke naam van God en omvat al Zijn Mooie Namen (Al-Asma al-Hoesna), de attributen, de eigenschappen van Hem. Wanneer “Allah” wordt gezegd: de Ene, het Opperwezen, de Schepper, de Eigenaar, de Ondersteuner, de Almachtige, de Alwetende, de Alomvattende, wiens Namen en Kenmerken (sommige bekend, andere niet) in de hele schepping worden getoond; dit komt dan ter sprake. Het woord verwijst eveneens naar Zijn absolute Eenheid, vrij van alle gebreken en ’toegevoegde partners’. Als echter ‘God’ wordt gezegd, dan kunnen vooral niet-moslims zich voorstellingen maken, die niet aanvaardbaar zijn in de islam.

 

Omdat Allah een eigennaam is van het Opperwezen, zeggen de moslims: “la ilaha ill’ Allah” = er is geen God behalve Allah. Moslims zeggen niet: “la Allah ill-Allah”. Door de eerste uitdrukking te gebruiken, worden alle niet-goden verworpen en wordt dan bevestigd” dat de Ene bekend is als Allah. En we stellen daarbij dat alleen Allah, Allah is. Dat absoluut niets anders kan worden aanbeden..

 

Het is zeer gemakkelijk om het bestaan uit te leggen wanneer men het toeschrijft aan Eén Goddelijk Wezen. Als je het probeert te verklaren door het toe te schrijven aan verschillende oorzaken, komen we onoverkomelijke barrières tegen. Als je het bestaan toeschrijft aan Eén Goddelijk Wezen, pas dan kun je zien dat het gehele universum net zo gemakkelijk te scheppen is als een honingbij en dat een honingbij net zo gemakkelijk te scheppen is als een fruit. Als men het daarentegen toeschrijft aan meerdere oorzaken, dan wordt het scheppen van een honingbij net zo moeilijk als het scheppen van het heelal en het scheppen van een fruit zal net zo moeilijk zijn als de schepping van alle bomen in het heelal.

Dit is omdat één enkel wezen met één enkele beweging, een effect kan produceren die met het geheel te maken heeft. Als dat effect of beweging van meerdere wezens wordt verwacht, zal het alleen maar waargemaakt kunnen worden, als dat al mogelijk is, met extreem veel moeite en na veel controverse. Wat is makkelijker of moeilijker: het besturen van een leger onder één enkele commandant of de soldaten hun eigen beslissingen laten nemen, een bouwvakker een gebouw laten bouwen of het gebouw zijn eigen stenen laten rangschikken, het draaien van meerdere planeten rondom een enkele zon of andersom?

 

Wanneer alle dingen toegeschreven worden aan Eén Goddelijk Wezen, hoeven ze niet vanuit het absolute niets te worden geschapen, omdat schepping het geven van een extern, materieel bestaan aan dingen betekent, die al in de Goddelijke kennis bestaat. Het is als het in woorden zetten van de zinnen die al in iemands hoofd zitten of het gebruiken van een substantie om de letters die met een onzichtbare inkt zijn geschreven, zichtbaar te maken. Echter, als het ontstaan van dingen die in het heelal bestaan, waarvan de meesten levenloos, onwetend en onbewust zijn of als ze levend zijn, machteloos zijn en onvoldoende kennis hebben, een voor een aan zichzelf of aan de natuur worden toegeschreven of aan hun oorzaken, die zelf levenloos, onwetend en onbewust zijn, dan zouden die dingen geschapen moeten zijn uit het absolute niet-bestaan. Dit is onmogelijk.

 

Het gemak waarmee Eén Goddelijk Wezen dit doet, maakt het bestaan van dingen net zo makkelijk als noodzakelijk; het ingewikkelde bij de laatstgenoemde is voorbij de maat. Het bestaan van een levend wezen vereist dat de atomen die dat wezen vormen, die verspreid zijn over de aarde, water en lucht, bijeenkomen. Daarvoor zou ieder atoom universele kennis moeten hebben en een absolute wil. Iets of iemand met een dergelijke kennis en wil zou onafhankelijk zijn van een partner en zou geen behoefte hebben om een dergelijke partner te hebben en te moeten erkennen.

Nergens in het heelal is er een teken van dergelijke dingen of partners die gevonden kan worden. Het scheppen van de hemelen en de aarde vereist een perfecte, oneindige macht die geen partner heeft. Anders zou deze macht beperkt worden door een eindige macht, wat onmogelijk of ondenkbaar is. Een oneindige macht heeft geen medestanders nodig en is niet verplicht om zoiets toe te laten, zelfs als ze zouden bestaan (wat niet het geval is).

 

Tawheed is de hoogste conceptie van goddelijkheid, de kennis die God door de eeuwen heen naar de mensheid door middel van Zijn profeten heeft gezonden. Het was deze zelfde kennis die alle profeten, met inbegrip van Mozes, Jezus en de profeet Mohammed – moge Gods zegeningen en vrede met hun allen zijn – naar de mensheid brachten. De mensen hadden zich, na het overlijden van hun profeten, schuldig gemaakt aan polytheïsme of afgodendienst, hun godsdienst verkeerd geïnterpreteerd en met bijgeloof vermengd. Zij lieten het ontaarden in magische praktijken en betekenisloze rituelen. Het concept van God, de kern van de godsdienst, ontaardde in antropomorfisme, de vergoddelijking van de engelen, het toekennen van partners aan God, de poging om profeten of godvruchtige mensen te verheffen tot “incarnaties” van God en het personifiëren van Zijn attributen door middel van afzonderlijke goden.

 

Tawheed inspireert moed, daar het de twee factoren die mensen angstig maken verslaat: angst voor de dood en liefde voor veiligheid, samen met de overtuiging dat iemand anders dan God door omkoperij iemands dood kan uitstellen. Het geloof in de islamitische geloofsbelijdenis dat “er geen andere godheid is dan Allah” zuivert de geest van deze gedachten. De eerste gedachte verliest zijn invloed wanneer mensen zich realiseren dat hun levens, bezittingen en al het andere werkelijk aan God toebehoren, want dat maakt hen bereidt om alles wat ze bezitten op te offeren voor Gods goedkeuring. De tweede gedachte wordt verslagen wanneer mensen zich realiseren dat geen wapen, persoon of macht hen kan doden, omdat alleen God deze macht heeft. Niemand kan vóór zijn bestemde tijd sterven, zelfs als alle machten in de wereld bijeen zouden komen om dat te doen. Niemand kan de dood vooruitschuiven of uitstellen, zelfs niet voor een ogenblik. Dit sterke geloof in Eén God en afhankelijkheid van Hem maken volgelingen van de Tawheed de moedigste van alle mensen.

 

Tawheed zorgt voor een houding van rust en tevredenheid, zuivert de geest van subtiele verlangens en jaloezie, afgunst en hebzucht en voorkomt dat iemand zijn toevlucht zoekt tot lage en oneerlijke middelen om succes te boeken.

Het perspectief van islam op het milieu

Deze maand hebben we in plaats van een religiewetenschappelijke blog en een normatieve blog één normatief achtergrondartikel. Met dank aan onze huistheoloog. Verder is het ook mogelijk om de presentatie omtrent het onderwerp van deze maand te bekijken via deze link. Deze presentatie is gehouden als introductie voor het plenaire gesprek tijdens de Thee-Ma Avond van 25 november 2019.

1. Introductie

De mens is als structuur een heel complex wezen; dat uitzonderlijke wezen bestaat uit de geest, het lichaam en de hersenen. De hele kosmos werkt hand in hand om het voor deze uitzonderlijke wezen leefbaar te maken. Maar wanneer de mens deze verborgen waarde ontdekt en verstaat, zal het voor hem en zijn omgeving een meerwaarde betekenen. Eigenlijk is de mens zoals een pit dat een boom daarin verborgen houdt. Hoe sommige schoonheden tevoorschijn komen door het bloeien van de pit, op dezelfde manier zal het goede in de karakters van de mensen rust en geluk brengen voor hun eigen en hun omgeving. De mens is in staat om de wereld te wederopbouwen en tegelijkertijd te vernietigen. Vanuit deze standpunt moet de mens deze gift van Allah zien als een zegen en er begrip voor tonen, de verantwoordelijkheid tegenover het milieu niet verwaarlozen, het naar het milieu kunnen kijken met liefde, hangt af of de schoonheid daarin gezien kan worden. Bovendien mag de mens dit ook niet vergeten wanneer het naar het milieu kijkt: het milieu of nog algemener de kosmos, is een kunstwerk van een Goddelijke kracht dat alles uit het niets heeft geschapen. Daardoor is het niet aanvaardbaar dat de mens het milieu, dat geschapen is door God, onverantwoord mag vernielen en het als een recht mag zien dat hij daarmee alles mag doen. Want het milieu is door Allah toevertrouwd aan de mensen. Om het op een ander manier uit te drukken, de liefde en het respect van de mens voor het milieu, is niet direct het effect van het milieu zelf, maar omdat het een kunstwerk is van Allah. Een duidelijke uitdrukking hierover is dat van Yunus Emre “We hebben de geschapenen lief, omwille van de Schepper”. Het woord geschapenen in deze uitdrukking is heel algemeen, hier wordt alles omschreven waar de mens in contact mee komt, de andere mensen dus ook.

 

In het Islamitisch gedachten geschiedenis is het begrip milieu heel relationeel met het begrip goede zeden of moraliteit. Wanneer wij de Koran bekijken, zien we dat moraal een persoonlijke en maatschappelijke zijde heeft. Familiaal moraal, sociaal moraal, staatsmoraal, godsdienstelijk moraal, al deze begrippen worden via verzen als regels doorgegeven aan de mensen. Deze indeling zorgt er ook voor dat de mens deze niet vereenvoudigt tot godsdienstelijk moraal. De verwachting van de mens is dat hij al deze soorten moraal respecteert en daarnaartoe streeft. In deze context is het moraal over de milieu enorm belangrijk.

2. De waarde van het milieu volgens de Islam en de verantwoordelijkheden van de mens

Na deze algemene introductie, kunnen de visie van de Islam op het milieu met deze titels onderzoeken.

 

* Het milieu is een zegen van Allah aan de mensen. Bij deze vers wordt er zo vermeld: “Zien jullie niet dat Allah alles wat in de hemelen en alles wat op aarde is aan jullie heeft onderworpen? En Hij heeft Zijn gunsten voor jullie voltooid, zichtbaar en onzichtbaar.” (Soera Luqman vers 20)

In een ander vers: “En Hij heeft door Zijn gebod de nacht en de dag, de zon en de maan en de sterren voor jullie in dienst gesteld. Zeker, hierin zijn Bewijzen voor een volk dat begrijpt. En in de dingen die Hij in verschillende kleuren voor jullie geschapen heeft op deze aarde. Waarlijk! Hierin is een teken voor een volk dat zich laat vermanen.” (Soera An-Nahl vers 12-13)

Volgens deze verzen is het milieu voor de mens op werelds, biologisch, fysisch en andere verschillende vlakken een zegen waarvan het kan profiteren en ervan kan genieten. Het praktische voor een mens voor een zegen is het niet vervuilen van het milieu, proper houden en niet verspillen. Vanuit deze perspectief moet de mens voor het milieu zowel in zijn nabijheid als heel ver, van deze zegen bewust zijn en het respecteren.

 

* Dat het milieu een vers/teken van Allah is: Het milieu is voor de mens zowel een materieel meerwaarde maar ook een spiritueel, theologisch, moraal en voor andere aspecten een les, een wonder en waarschuwing van God voor de mens op vlak van epistemologie, theologie en geestelijke ontwikkeling. Voor een mens die achter vindingrijkheid aan zit, bevat het milieu heel veel bewijzen. Zoals in de vers vermeld: “Waarlijk! In de schepping van de hemelen en de aarde, in de afwisseling van de nacht en de dag, en de schepen die op zee zeilen en die tot nut van de mensheid zijn, en het water dat Allah uit de hemel neer zendt waarmee Hij de” aarde tot leven brengt, na haar dood. En dat Hij daarop allerlei dieren verspreidde, en de besturing van de winden en de wolken die tussen de hemel en de aarde dienstbaar zijn gemaakt, zijn zeker Tekenen voor de mensen met verstand.” (Soera Baqarah vers 164) “En op aarde zijn Tekenen voor de overtuigden. En ook in jullie zelf. Zullen jullie die dan niet zien?” (Soera Adh-Dhariyat vers 20-21)

Volgens de verzen kunnen we dit er uithalen; de mens moet naar zijn omgeving en het heelal kijken om daar lessen uit te nemen. Het heelal dat een wonderlijk kunstwerk is van de goddelijke kracht, is voor de mens zoals een school waar altijd lessen uit geleerd kan worden. In het heilige boek van Allah staat als eerste bevel ‘lees’. Hoewel er nog geen ander vers werd geopenbaard en de Profeet (vzm) op deze manier wordt aangesproken, is een waarschuwing dat het ‘boek’ van het heelal eerst gelezen moet worden. Daarom moeten we naar alles in onze omgeving op deze manier bekijken, begrijpen en alles zien als de zinnen en verzen van het ‘boek’ van het heelal. Hier bovenop zijn er in de Koran ook meerdere verzen waar de mens wordt aangespoord om te bezinnen over het milieu. Theologisch gezien is het milieu een breed veld waar de mens kan denken over zijn bestaan en de nodige antwoorden kan vinden op de metafysische vragen. Als we het zo bekijken, is het milieu een vers op zich. Een bewijs voor het bestaan van Allah. Vervolgens moet de mens ipv het milieu te vernietigen, het zin per zin lezen en proberen te begrijpen. Daarnaast heeft de mens ook een verantwoordelijkheid tegenover het milieu. Islamitische filosofen bespreken dit onder 2 categorieën.

 

* Het milieu is toevertrouwd aan de mensheid: Het door de mens gebruikte omgeving is niet enkel van hem, het is hem toevertrouwd. Daardoor moet een mens tegenover het milieu betrouwbaar zijn, juist gebruiken en alle mogelijke schadelijke acties vermijden. De mens moet het dus goed onderhouden en zelfs nog beter overdragen aan de volgende generaties. Het onverantwoord gebruiken van het milieu, is hetzelfde als het toevertrouwde verraden. In de Koran wordt dit openlijk vermeld: “Geen enkele Profeet mag –onwettig- een deel van de oorlogsbuit nemen en iedereen die zijn metgezellen bedriegt als het over de oorlogsbuit gaat, zal op de Dag der Opstanding datgene wat hij nam, meebrengen. Dan zal iedere ziel vergoed krijgen wat hij verricht heeft en zij zullen niet onrechtvaardig behandeld worden.” (Soera Ali Imran vers 161) “En sticht geen onheil op aarde, nadat het geordend is!” (Soera Al-A-Raf vers 56)

Vervolgens moet de mens zich bewust zijn dat het milieu toevertrouwd is aan hem. Een mens kan het milieu, dat niet zijn eigendom is, zomaar gebruiken zoals hij het wil. Niets is de volle eigendom van de mens, dit mag nooit uit het geweten verdwijnen.

* De mens is de kalief op aarde: De aarde dient niet enkel de mensen, het dient alle levende wezens. Omdat de eigenschappen verstand en wijsheid zijn toegekend aan de mens, is de mens bekwaam geschapen om kalief te zijn voor de hele kosmos. Omdat de mens het aanspreekpunt is van de goddelijke macht en de verantwoordelijkheid heeft tegenover het milieu, is deze rol van de mens heel belangrijk. Ook in de Koranverzen wordt deze verantwoordelijkheid van de mens voortdurend herinnerd. Volgens sommige Islamitische geleerden is het kalifaat geen missie dat de mens met de geboorte meekrijgt, maar dat het eerder een verschijnsel is dat ontstaat nadat de mens zijn potentieel in de gevoelens ontdekt. Misschien is het hierdoor dat sommige mensen zonder de kalifaat gevoelens leven en daardoor kiezen om de aarde niet op te bouwen maar het te vernielen.

Met andere woorden, dat de mens het milieu als zegen kent, daarin de weg naar God kan vinden, dit beschermt, het verbetert en opkomt tegen de mensen die het vernielen, zal leiden dat het als een goddelijke school wordt gezien en dat ze de beschermers zijn van deze school, zal ervoor zorgen dat ze beseffen dat ze verantwoordelijk zijn voor het milieu.

3. Het belang van de rechtvaardigheid van de mens voor het milieu

Rechtvaardigheid is één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de mens tegenover het milieu. Want rechtvaardigheid is boven verantwoordelijkheid, een moraal houding en gebaar. Het belangrijkste aan de rechtvaardigheid van de mens is dat het barmhartig is tegen het volledige milieu, kosmos en alle levende wezens en genegenheid toont. De gist van de kosmos is genegenheid.

In een hadieth zegt de Profeet (vzm) “Wie een vogel onterecht doodt, zal op de dag van de verrijzenis verhoord worden door Allah” (Müslim, Sayd, 57). De ideale Moslim zal niet onterecht een leven ontnemen, en zal ook iedere vorm van vervolging vermijden. Een stap bovenop is dat een mens de hand reikt aan alle zwakkeren ongeacht zijn godsdienst, taal of ras. Naast deze wezens staan is een vorm van barmhartigheid en liefde voor de omgeving.

Rechtvaardig zijn is de hoogste keuze voor een mens. Een mens op dit niveau zal de kosmos met liefde bekijken en alle levende wezens met barmhartigheid omhelzen. De Profeet (vzm) zegt “Uhud is zo’n berg, wij hebben hem graag en hij heeft ons graag” (Buhari, Cihad 71) – hoewel dit vanuit verschillende standpunten geïnterpreteerd kan worden – geeft dit een tip over hoe onze Profeet (vzm) denkt over alle wezens. Een berg zoals Uhud dat een bestaan maar geen geweten heeft, wordt door de Profeet (vzm) met liefde wordt aangehaald, is geen onbewuste keuze maar een vrijwillige doorverwijzing. Ook de hadieth “Ook al weet je dat de dag van de verrijzenis is aangekomen, plant het boompje dat je in je handen hebt” zegt ons dat je tot de laatste dag altijd een opbouwend mentaliteit over de natuur moet hebben. Vanuit een ander standpunt zegt deze hadieth dat je zelfs in de aller slechtste situatie, altijd je best moet doen over je omgeving. Dat wordt dan geadviseerd aan de mensheid in deze hadieth.

4. Naar het milieu kijken vanuit dienstbaarheid en heiligheid

Dat een mens zijn omgeving vanuit dienstbaarheid en heiligheid kan bekijken, is een top visie tegenover zijn omgeving en het besef over de achterliggende zaken van alle wezens en gebeurtenissen. Met andere woorden, dag en nacht vergelijken met Allah. Het verschijnsel milieu is een heilig middel dat zijn taak uitoefent tegenover Allah. Dit wordt in de Koran zo beschreven: “En voor Allah knielt alles van de levende wezens in de hemelen en wat op aarde, en (ook) de Engelen, en zij zijn niet trots. Zij vrezen hun Heer boven hen, en zij doen wat hun bevolen wordt.” (Soera AN-Nahl verzen 49-50)

Gelijkaardige verzen zijn nog te vinden. Vanuit deze en gelijkaardige verzen kunnen we afleiden dat het milieu en de wezens, hun taken op een volwassen manier uitvoeren tegenover Allah. De mens moet zich met het milieu vergelijken en zijn taken herinneren, dat moet belangrijker worden dan enkel het milieu respecteren en ervan houden. De houding en situatie van stenen tegenover Allah, wordt met deze vers gedetailleerd uitgelegd: “Daarna verhardden jullie harten zich en werden als steen of nog harder. En waarlijk er zijn stenen waaruit rivieren ontspringen en er zijn (stenen) die splijten zodat het water over hen heen stroomt en waarlijk, er zijn (stenen) die neervallen uit vrees voor Allah. En Allah is niet onachtzaam over jullie daden.” (Soera Al-Baqarah vers 74)

Volgens de Islam is de kosmos en het milieu heilig. Deze heiligheid komt en door het juist uitvoeren van hun taken en de markeringen die ze in zich hebben die het bestaan en éénheid van Allah ondersteunen. Vooral de moskeeën, de belangrijkste gebedshuizen voor de moslims, wordt door onze Profeet (vzm) “de aarde is voor mij een gebedshuis” (Buhari, Salat 56) genoemd, laat ons de heiligheid van de kosmos en het milieu nogmaals herinneren. Volgens deze hadieth, wordt de aarde even heilig als een gebedshuis gezien.

5. Resultaat

* De Islam geeft de mensen instructies over hoe ze met alle units hun leven moeten voortzetten. De Islam onderwijst de mensen individueel en maatschappelijk en geeft daarbij de nodige tips, hier behoren dan ook belangrijke tips over het milieu.

* Volgens de Islam is het milieu een zegen voor de mens. Daarom moet de mens maximaal gebruik maken van het milieu. De mens moet daardoor bewust zijn van deze zegen.

* Volgens de Islam is de mens verantwoordelijk tegenover het milieu. De mens moet bewust zijn van deze verantwoordelijkheid. Daardoor kan de mens niet zomaar volgens zijn wil bezuinigen tegenover het milieu.

* Volgens de Islam is het milieu als borg voor de mens. De mens moet er belang aan hechten en deze borg goed waarderen. Het moet zelfs nog beter overgedragen worden aan de volgende generaties. Het onverantwoord omgaan met het milieu is hetzelfde als het verwaarlozen van deze borg.

* De mens is de kalief van de aarde. de kalifaat geen missie dat de mens met de geboorte meekrijgt, maar dat het eerder een verschijnsel is dat ontstaat nadat de mens zijn potentieel in de gevoelens ontdekt. Zodra de mens deze waarde in zich ontdekt, kan het zijn taak tegenover het milieu volwaardig uitoefenen.

* Rechtvaardigheid is één van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de mens tegenover het milieu. De rechtvaardigheid van de mens is dat het barmhartig is tegen het volledige milieu, kosmos en alle levende wezens en genegenheid toont. De gist van de kosmos is genegenheid. Rechtvaardig zijn is de hoogste keuze voor een mens. Een mens op dit niveau zal de kosmos met liefde bekijken en alle levende wezens met barmhartigheid omhelzen.

* Volgens de Islam is het milieu heilig omdat ze dag en nacht Allah verheerlijkt. Een mens die in contact komt met het milieu zal dat niet oppervlakkig bekijken maar zal nog dieper ingaan om de waarde van deze wezens te achterhalen. Deze heiligheid komt en door het juist uitvoeren van hun taken en de markeringen die ze in zich hebben die het bestaan en éénheid van Allah ondersteunen.

* Dat de mens het milieu als zegen kent, daarin de weg naar God kan vinden, dit beschermt, het verbetert en opkomt tegen de mensen die het vernielen, zal leiden dat het als een goddelijke school wordt gezien en dat ze de beschermers zijn van deze school, zal ervoor zorgen dat ze beseffen dat ze verantwoordelijk zijn voor het milieu.

* De grootste schade aan het milieu werd en wordt nog steeds door de mens die daarmee leeft geleverd. Met de industriële revolutie werden machines meer en meer gebruikt, daardoor werd er vanaf de 19e eeuw milieuvervuiling ontstaan en vermenigvuldigd. Bij de individuele en maatschappelijke klachten over het milieu, zit er tegenwoordig altijd een menselijk factor in de achtergrond. Het verdunnen van de atmosfeer, gat in de ozonlaag, opwarming van de aarde, smelten van de sneeuwkappen, veranderen van de seizoenen, verminderen van de waterbronnen, meer aardbevingen, verminderen van de bossen en nog meer problemen, de oorzaak hiervan is het onverantwoord gebruik door de mens. Maar het is ook de mens die deze problemen kan oplossen. Dit mag zeker niet vergeten worden, een mens die het milieuschade aanricht, zaagt eigenlijk de tak door waar hij op staat. Hij richt schade aan zijn eigen en zijn soort.

Als laatst kunnen we concluderen dat onze Profeet (vzm) de top heeft bereikt wat betreft het gevoelig zijn tegenover het milieu. Hij (vzm) was een gezegende profeet die huilde wanneer hij een kameel zag die aan het uithongeren was, kwaad was op degene die de vogeltjes van hun moeder had gescheiden, de eigenaar van de kameel aansprak die te veel geladen werd en die zich bezighield met een kind die alleen en droevig aan de kant staat zoals een bezorgde vader.

Na de Profeet (vzm) volgden nog Islam geleerden die met dezelfde precisie het milieu beschermden en er bezorgd om waren. We moeten hierbij de geleerden niet vergeten die een mier in moeilijkheden een half uur lang proberen te helpen uit zijn situatie, die huilen dat vlinders op de wereld komen en snel doodgaan, die verdrietig worden om bomen die hun bladeren verliezen.

Dit moeten we zeker niet vergeten, het ligt in onze handen om de wereld op te bouwen of te vernietigen. Daarom mogen we nooit vergeten dat het milieu in borg staat bij ons en dat we klein of groot, de nodige inspanningen moeten leveren om het goed te onderhouden.